What do you think?
Rate this book
185 pages, Paperback
First published December 1, 1982
“Not until people are called Adolf again will the Second World War be really behind us. But that means we’d have to have a third world war, which would mean the end of Adolfs forever.”
(Een jonge vrouw in een donkere cel in 1945 spreekt tegen de 12-jarig Anton die net door de Duitsers is opgepakt.)
'Het licht, ja, maar het licht is niet alleen het licht. Ik bedoel, ik heb vroeger eens een gedicht willen schrijven, waarin het licht vergeleken werd met de liefde, - nee, de liefde met het licht. Ja, dat kan natuurlijk ook, je kunt natuurlijk ook het licht met de liefde vergelijken. Dat is nog mooier, want het licht is ouder dan de liefde.
In dat gedicht wilde ik de liefde vergelijken met het soort licht, dat je vlak na zonsondergang soms tegen de bomen ziet hangen: van dat toverachtige licht. Dat is het licht, dat in iemand zit die van iemand anders houdt. De haat is de duisternis, dat is niet goed. Hoewel, de fascisten moeten we haten en dat is wel goed. Hoe kan dat eigenlijk? Ja, dat is omdat wij ze haten in naam van het licht, terwijl zij alleen maar haten in naam van de duisternis. Wij haten de haat, en daarom is onze haat beter dan de hunne. Maar daarom hebben wij het ook moeilijker dan zij. Voor hen is alles heel eenvoudig, maar voor ons is het ingewikkeld. Wij moeten een beetje in ze veranderen om ze te bestrijden, een beetje niet onszelf zijn, terwijl zij daar geen last van hebben; zij kunnen ons zonder problemen kapotmaken. Wij moeten eerst onszelf een beetje kapotmaken eer we hen kapot kunnen maken. Zij niet, zij kunnen gewoon zichzelf blijven, daarom zijn ze zo sterk. Maar omdat er geen licht in ze zit, zullen ze het uiteindelijk toch verliezen. Het enige is, dat wij moeten oppassen dat we niet te veel in ze veranderen, dat we onszelf niet te veel kapotmaken, want dan zullen ze het uiteindelijk toch nog gewonnen hebben....'