zwanenzang
Uiterlijk
- Geluid: zwanenzang (hulp, bestand)
- zwa·nen·zang
- In de betekenis van ‘het laatste lied van een dichter’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1630 [1]
- samenstelling van zwaan en zang met het invoegsel -en- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zwanenzang | zwanenzangen |
verkleinwoord |
de zwanenzang m
- laatste daad, laatste beweging
- Voordat het meisje overleed, zag zijn vader nog een zwanenzang bij haar.
1.
- Het woord zwanenzang staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zwanenzang" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "zwanenzang" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ zwanenzang op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be