zonneblind
Uiterlijk
- Geluid: zonneblind (hulp, bestand)
- zon·ne·blind
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zonneblind | zonneblinden |
verkleinwoord | - | - |
het zonneblind o
- vensterluik met horizontale latjes, om de zonnestralen buiten te houden
1. vensterluik met horizontale latjes, om de zonnestralen buiten te houden
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | zonneblind | zonneblinder | zonneblindst |
verbogen | zonneblinde | zonneblindere | zonneblindste |
partitief | zonneblinds | zonneblinders | - |
zonneblind
- Het woord zonneblind staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.