Naar inhoud springen

voorlezen

Uit WikiWoordenboek
Michelle Obama leest voor
  • voor·le·zen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
voorlezen
las voor
voorgelezen
klasse 5 volledig

voorlezen

  1. ditransitief hardop een tekst lezen ten aanhoren van anderen
    • Zijn moeder las hem voor het slapen gaan altijd een verhaaltje voor. 
100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be