vermoeienis
Uiterlijk
- Geluid: vermoeienis (hulp, bestand)
- ver·moei·e·nis
- Naamwoord van handeling van vermoeien met het achtervoegsel -enis[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vermoeienis | vermoeienissen |
verkleinwoord |
de vermoeienis v
- vermoeidheid
- Bij veel ouderen zijn de sporen van drie dagen carnaval van de gezichten af te lezen, de vermoeienis slaat onbarmhartig toe. Niet bij de kinderen. De 'dolle dinsdag' is hun dag. In Losser lijkt het circus neergestreken. Vele tientallen verschillende dieren worden in de kinderoptocht uitgebeeld. [2]
- iets wat vermoeidheid veroorzaakt; zware inspanning
- Kirsten Wild heeft na haar gouden medaille op het onderdeel omnium bij de wereldbeker in Apeldoorn geen nieuw succes weten te behalen in de puntenkoers. De Zwolse, die vrijdag al aangaf de vermoeienissen van een lang seizoen te voelen, eindigde in de wedstrijd over twintig kilometer als negende. [3]
- Dinsdag kan Bertens rustig bijkomen van alle vermoeienissen en zich voorbereiden op de confrontatie met Sloane Stephens, die morgen op het programma staat. De Amerikaanse wist de andere wedstrijd in de rode groep te winnen van Naomi Osaka, de winnares van de US Open: 7-5, 4-6, 6-1. [4]
- [1] uitputting, afmatting
- [2] inspanning, krachtsinspanning, moeite
- Het woord vermoeienis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vermoeienis" herkend door:
85 % | van de Nederlanders; |
79 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia 21-02-07 De grote dag voor kinderen in Losser
- ↑ HP de Tijd 13 NOV 2016 Wild negende in puntenkoers
- ↑ De Telegraaf 23 okt. 2018 Kassa rinkelt al voor Bertens
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be