Naar inhoud springen

penge

Uit WikiWoordenboek
  • pen·ge
Naar frequentie 1302
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   penge     pengen     penger     pengene  
genitief   penges     pengens     pengers     pengenes  

penge, m (meestal gebruikt in het meervoud)

  1. (financieel) geld
    «Det blir neppe nok penger til å bygge en nye kirke i Våler etter brannen.»
    Er is nauwelijks genoeg geld voor de bouw van een nieuwe kerk in Våler na de brand.


  • pen·ge
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   penge     pengen     pengar     pengane  

penge, m (meestal gebruikt in het meervoud)

  1. (financieel) geld