omlaag
Uiterlijk
- om·laag
- samenstelling van om en laag [1]
omlaag
- in neerwaartse richting
- De wijzer stond niet omhoog maar omlaag.
- bijwoordelijk deel van een scheidbaar werkwoord
- omlaaghalen: Dat haalde de reputatie flink omlaag.
- beneden, naar beneden
1. in neerwaartse richting
- Het woord omlaag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "omlaag" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ omlaag op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be