misogaam
Uiterlijk
- mi·so·gaam
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | misogaam | misogamen |
verkleinwoord | misogaampje | misogaampjes |
de misogaam m
- iemand die een afkeer van het huwelijk heeft
- Het woord 'misogaam' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "misogaam" herkend door:
44 % | van de Nederlanders; |
48 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ misogaam op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be