Naar inhoud springen

lijndoek

Uit WikiWoordenboek
1. stuk linnen, linnen stof
  • lijn·doek
enkelvoud meervoud
naamwoord lijndoek lijndoeken
verkleinwoord - -

lijndoek m/o

  1. (verouderd) stuk linnen, linnen stof
    • Leonard echter, met bolhoed en al, staande op de plaats waar eens de Egyptische prinses had gestaan, verdorde zienderogen. Zijn dikke wangen vielen in, zijn bolhoed vervaagde, zijn dikke benen werden als met wit lijndoek omgeven en na enige seconden stond daar een wezenlijke mummie, die woedende kreten slaakte met de armen zwaaide en wanhopige pogingen deed zich uit de verschillende lagen gaas te bevrijden, die hem omhulden. [3]