kruidachtige
Uiterlijk
- kruid·ach·ti·ge
kruidachtige
- verbogen vorm van de stellende trap van kruidachtig
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kruidachtige | kruidachtigen |
verkleinwoord | - | - |
kruidachtige
- (plantkunde) een kruidachtige vaatplant, een vaatplant die niet of in zeer geringe mate verhout is en geen (of nauwelijks) secundaire diktegroei kent
- Het woord kruidachtige staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.