kokt

• Geluid:  kokt    (hulp, bestand)

• kokt

vervoeging van
kokken

kokt

1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kokken
   

   • Jij kokt. 

2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kokken
   

   • Hij kokt. 

3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van kokken
   

   • Kokt! 

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: /kuːkt/

• kokt

• Bijvoeglijk gebruik van het voltooid deelwoord van het Noorse werkwoord koke.

Naar frequentie	12572

		stellend	vergrotend	overtreffend
onbepaald (sterk)	m/v enkelvoud	kokt
	o enkelvoud	kokt
	meervoud	kokte
bepaald (zwak)	enkelvoud en meervoud	kokte

kokt

1. (kookkunst) gekookt

kokt

1. voltooid deelwoord van koke

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: /kuːkt/

• kokt

• Bijvoeglijk gebruik van het voltooid deelwoord van het Nynorske werkwoord koke.

		stellend	vergrotend	overtreffend
onbepaald (sterk)	m/v enkelvoud	kokt
	o enkelvoud	kokt
	meervoud	kokte
bepaald (zwak)	enkelvoud en meervoud	kokte

kokt

1. (kookkunst) gekookt

• koka

kokt

1. voltooid deelwoord van koka

• koka

kokt

1. voltooid deelwoord van koke

• koka