hund
Uiterlijk
- Afkomstig van het Oudnoordse zelfstandige naamwoord hundr
Naar frequentie | 621 |
---|
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | hund | hunden | hunde | hundene |
genitief | hunds | hundens | hundes | hundenes |
hund, g
- (roofdieren) Canis lupus familiaris , hond
- «Jeg er ikke bange for hunde.»
- Ik ben niet bang voor honden.
- «Jeg er ikke bange for hunde.»
- hund in: Det Danske Sprog- og LitteraturselskabDen Dankse Ordbog op website:ordnet.dk
hund
- accusatief onbepaald mannelijk enkelvoud van hundur
Naar frequentie | 2257 |
---|
hund
- accusatief onbepaald mannelijk enkelvoud van hundur
- hund
Naar frequentie | 923 |
---|
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | hund | hunden | hunder | hundene |
genitief | hunds | hundens | hunders | hundenes |
hund, m
- (roofdieren) Canis lupus familiaris , hond
- «Er hunden din vaksinert?»
- Is je hond ingeënt?
- «Er hunden din vaksinert?»
- hund
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | hund | hunden | hundar | hundane |
hund, m
- (roofdieren) Canis lupus familiaris , hond
- «Kor lenge kan ein hund vere åleine?»
- Hoe lang kan een hond alleen zijn?
- «Kor lenge kan ein hund vere åleine?»
- (kindertaal)= vovov zn
- (informeel), pejoratief= kjøter zn
|
|
hund
- accusatief onbepaald mannelijk enkelvoud van hundr
- Afkomstig van het Oudzweedse woord hunder
Naar frequentie | 730 |
---|
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | hund | hunden | hundar | hundarna |
genitief | hunds | hundens | hundars | hundarnas |
hund, g
- (roofdieren) Canis lupus familiaris , hond
- «Hunden är ett orent djur i den muslimska världen.»
- De hond is een onrein dier in de islamwereld.
- «Hunden är ett orent djur i den muslimska världen.»
- (figuurlijk), (pejoratief), (scheldwoord) hork, kinkel, lomperd, proleet, schoft, snotolf, vlegel
- (medisch) gebruikt in de uitdrukking röda hund: rodehond, rubella
- [1]: djur
|
- [1]: Hunden är människans bästa vän.
De hond is de beste vriend van de mens.
- [1]: Här ligger en hund begraven.
Hier zit de kneep.
- [1]: slita hund
aanpoten, zich afbeulen, afjakkeren, zich afsloven, buffelen, zich doodwerken, hard werken, kapotwerken, pezen, ploeteren, sappelen, sjouwen, sloven, zwoegen; heel wat afsjouwen, zich uit de naad werken, zich het lebbes werken, zich het schompes werken
- [3]: röda hund
rodehund, rubella
Categorieën:
- Woorden in het Deens
- Woorden in het Deens van lengte 4
- Woorden in het Deens met audioweergave
- Woorden in het Deens met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Deens
- Roofdieren in het Deens
- Zoogdieren in het Deens
- Woorden in het Faeröers
- Woorden in het Faeröers van lengte 4
- Woorden in het Faeröers met audioweergave
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Faeröers
- Woorden in het IJslands
- Woorden in het IJslands van lengte 4
- Woorden in het IJslands met audioweergave
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het IJslands
- Woorden in het Noors
- Woorden in het Noors van lengte 4
- Woorden in het Noors met audioweergave
- Woorden in het Noors met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Noors
- Roofdieren in het Noors
- Zoogdieren in het Noors
- Woorden in het Nynorsk
- Woorden in het Nynorsk van lengte 4
- Woorden in het Nynorsk met audioweergave
- Woorden in het Nynorsk met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nynorsk
- Roofdieren in het Nynorsk
- Zoogdieren in het Nynorsk
- Nynorske woorden naar herkomst uit het Oudnoords
- Woorden in het Oudnoords
- Woorden in het Oudnoords van lengte 4
- Woorden in het Zweeds
- Woorden in het Zweeds van lengte 4
- Woorden in het Zweeds met audioweergave
- Woorden in het Zweeds met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Zweeds
- Roofdieren in het Zweeds
- Zoogdieren in het Zweeds
- Figuurlijk in het Zweeds
- Pejoratief in het Zweeds
- Scheldwoord in het Zweeds
- Medisch in het Zweeds