hinderen/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van hinderen
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		hinderen			te hinderen
onvoltooid	toekomend		zullen hinderen			te zullen hinderen
voltooid	tegenwoordig		hebben gehinderd			te hebben gehinderd
voltooid	toekomend		gehinderd zullen hebben			gehinderd te zullen hebben
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	hinderend		gehinderd			ev. hinder	mv. verouderd hindert	hindere
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	hinder	hindert	hindert	hindert	hindert	hinderen	hinderen	hinderen
verleden (o.v.t.)	hinderde	hinderde	hinderde	hinderde	hinderde	hinderden	hinderden	hinderden
toekomend (o.t.t.t.)	zal hinderen	zult/zal hinderen	zult/zal hinderen	zult hinderen	zal hinderen	zullen hinderen	zullen hinderen	zullen hinderen
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou hinderen	zou hinderen	zou(dt) hinderen	zoudt hinderen	zou hinderen	zouden hinderen	zouden hinderen	zouden hinderen
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (v.t.t.)	heb gehinderd	hebt gehinderd	hebt/heeft gehinderd	hebt gehinderd	heeft gehinderd	hebben gehinderd	hebben gehinderd	hebben gehinderd
verleden (v.v.t.)	had gehinderd	had gehinderd	had gehinderd	hadt gehinderd	had gehinderd	hadden gehinderd	hadden gehinderd	hadden gehinderd
toekomend (v.t.t.t.)	zal gehinderd hebben	zal/zult gehinderd hebben	zult/zal gehinderd hebben	zult gehinderd hebben	zal gehinderd hebben	zullen gehinderd hebben	zullen gehinderd hebben	zullen gehinderd hebben
voorwaardelijk (v.v.t.t.)	zou gehinderd hebben	zou gehinderd hebben	zou/zoudt gehinderd hebben	zoudt gehinderd hebben	zou gehinderd hebben	zouden gehinderd hebben	zouden gehinderd hebben	zouden gehinderd hebben
onpersoonlijke lijdende vorm gehinderd worden
	onvoltooid				voltooid
tegenwoordig	er wordt gehinderd				er is gehinderd
verleden	er werd gehinderd				er was gehinderd
toekomend	er zal gehinderd worden				er zal gehinderd zijn
voorwaardelijk	er zou gehinderd worden				er zou gehinderd zijn