hamn

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / ˈhɑmn /

• hamn

• Afleiding van Oudnoordse zelfstandige naamwoord hǫfn

Naar frequentie	zeldzaam

hamn

1. gebiedende wijs van hamne

• hamne

	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	hamn	m: hamnen v: hamna	hamner	hamnene
genitief	hamns	m: hamnens v: hamnas	hamners	hamnenes

hamn, m / v

1. (landbouw) koppel, wei, weide (omheind)
2. (landbouw) grasland, groenland, weiland (omheind met wat bomen en struiken)

• [1-2]: havn

• [1-2]: Nynorsk: hamn

hamn

1. verouderde spelling of vorm van havn tot 2005 (met de betekenis haven)

(onbepaalde mannelijke en vrouwelijke vorm nominatief enkelvoud van hamn)

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / ˈhɑmn /

• hamn

• Afleiding van Oudnoordse zelfstandige naamwoord hǫfn

hamn

1. gebiedende wijs van hamne

• hamna
• hamne

hamn

1. gebiedende wijs van hamne

• hamna
• hamne

[#1] + [#2]	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	hamn	hamna	hamner	hamnene

hamn, v

1. (scheepvaart), (waterbeheer) haven

   «Byen hadde ei ypparleg hamn.»

   De stad had een uitstekende haven.

2. (alleen in samenstellingen, bijv. 'lufthamn') -haven
3. (figuurlijk) een veilige verblijfplaats, onderdak

• Noors: havn

• [3]: ha kome vel i hamn (ha greidd ei oppgåve godt)

hamn, v

1. (landbouw) koppel, wei, weide (omheind)
2. (landbouw) grasland, groenland, weiland (omheind met wat bomen en struiken)

• [1]: naturleg hamn

• [1]: kunstig hamn

• [1-2]: Noors: hamn
• [1-2]: Noors: havn

• Geluid:  hamn    (hulp, bestand)
• IPA: / ham:n /

• hamn

Naar frequentie	6253

	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	hamn	hamnen	hamnar	hamnarna
genitief	hamns	hamnens	hamnars	hamnarnas

hamn, g

1. (waterbeheer) haven

   «En hamn är en plats där båtar kan lägga till och lastas eller lossas»

   Een havan is een plaats waar boten kunnen aanleggen en kunnen laden en lossen.

2. figuur, postuur, vorm