geleidelijk
Uiterlijk
- Geluid: geleidelijk (hulp, bestand)
- IPA: /ɣəˈlɛɪdələk/
- ge·lei·de·lijk
- In de betekenis van ‘niet plotseling geschiedend’ voor het eerst aangetroffen in 1793 [1]
- Naamwoord van handeling van geleiden met het achtervoegsel -lijk met het invoegsel -e-
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | geleidelijk | geleidelijker | geleidelijkst |
verbogen | geleidelijke | geleidelijkere | geleidelijkste |
partitief | geleidelijks | geleidelijkers | - |
geleidelijk
- in geordende, kalme opeenvolging van het een op het ander overgaand
- De dekolonisatie is voor sommige landen veel geleidelijker geweest dan voor andere.
- ▸ Het was even wennen om helemaal alleen door de uitgestorven woestijn te lopen, maar toch raakte ik geleidelijk in een ritme.[2]
1. in geordende, kalme opeenvolging van het een op het ander overgaand
- Het woord geleidelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "geleidelijk" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ "geleidelijk" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -lijk in het Nederlands
- Invoegsel -e- in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %