Naar inhoud springen

geestelijk

Uit WikiWoordenboek
  • gees·te·lijk
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen geestelijk geestelijker geestelijkst
verbogen geestelijke geestelijkere geestelijkste
partitief geestelijks geestelijkers -

geestelijk

  1. betrekking hebbend op de geest, de psyche
    • De pasgeboren baby was geestelijk gezond. 
     Ik had gehoord dat de trail geestelijk veel zwaarder zou zijn dan lichamelijk. Vooraf kon ik me hier niks bij voorstellen maar nu werd het me langzaam duidelijk.[2]
  2. betrekking hebbend op godsdienst

Geestelijk en lichamelijk.

  • Met betrekking tot de geest en het lichaam.
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]
  1. etymologiebank.nl
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be