dokwerker
Uiterlijk
- dok·wer·ker
- Leenvertaling van Engels dockworker, dock worker, voor het eerst aangetroffen in de 19e eeuw, zie vindplaats hieronder.
- samenstelling van dok en werker .
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dokwerker | dokwerkers |
verkleinwoord | - | - |
de dokwerker m
- (beroep) (scheepvaart) iemand die in de havens werkt
- ▸ In eenige graafschappen van Ierland is de kool tot op zekere hoogte aanwezig; doch de produktie is ook zeer gering. De meest belangrijke bron van de Britsche welvaart, de vader en steun der geheele fabrieksnijverheid, ontbreekt dus in Ierland. Liverpool is het verblijf van den zeeman en dokwerker.[1]
1. iemand die in de havens werkt
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord dokwerker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron J. CoronelDe arbeid en de arbeiders in: Vaderlandsche Letteroefeningen (1867), L.E. Bosch en zoon, Utrecht, p. 819 op dbnl.org
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Beroep in het Nederlands
- Scheepvaart in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal