dialectisme
Uiterlijk
- Geluid: dialectisme (hulp, bestand)
- IPA: / ˌdijalɛkˈtɪsmə / (5 lettergrepen)
- di·a·lec·tis·me
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dialectisme | dialectismen |
verkleinwoord |
het dialectisme o
- (taalkunde) (pejoratief) woord of uitdrukking overgenomen uit een dialect of gevormd naar een voorbeeld uit een dialect
- ▸ De verteltoon varieert van uiterst onopgesmukt en direct (afgezien van de in normaal Nederlands vertaalde sappige dialectismen een hoog percentage `reet', `stront' en `eikel') tot hol retorisch (de taal van de autoriteiten).[1]
- ▸ Uit Oudenaarde stamt ook de enige gepalataliseerde vorm (wueghe) en de spelling met ou. Bij de bronnen uit deze plaats kan de tekstsoort bevorderend hebben gewerkt bij het laten doordringen van dit dialectisme.[2]
[1] benamingen voor barbarismen in het Nederlands:
1. woord of uitdrukking overgenomen uit een dialect of gevormd naar een voorbeeld uit een dialect
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord dialectisme staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron Peter Drehmanns“De waarheid gedijt hier niet” (10 januari 2003) op nrc.nl
- ↑ Marijke Mooijaart“Atlas van Vroegmiddelnederlandse taalvarianten.” (1992), LEd, Utrecht, ISBN 9054340045, p. 90
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 5 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -isme in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Taalkunde in het Nederlands
- Pejoratief in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal