bezorgd
Uiterlijk
- be·zorgd
- vervoeging van bezorgen: de stam met de uitgang -d, zonder ge- vanwege voorvoegsel
vervoeging van: | bezorgen… |
verbogen vorm: | bezorgde |
bezorgd
- voltooid deelwoord van bezorgen
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | bezorgd | bezorgder | bezorgdst |
verbogen | bezorgde | bezorgdere | bezorgdste |
partitief | bezorgds | bezorgders | - |
bezorgd
- met zorgen beladen
- Hij begon steeds bezorgder te kijken.
- De bezorgde moeder moet altijd weten waar de kinderen zijn.
- ▸ Maar tegelijk voelt de mens zich ook bezorgd, woedend en angstig.[1]
1. met zorgen beladen
bezorgd
- met enige zorg en angst
- Het woord bezorgd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bezorgd" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ “Hoe overleef ik de moderne wereld” (2022), Atlas Contact , ISBN 9789045045979
- ↑ “Het hele jaar rond: van Sinterklaas tot Sintemaarten” (1973), Lemniscaat , p. 12
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Voltooid deelwoord met alleen -d
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Bijwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %