Naar inhoud springen

Gruss

Uit WikiWoordenboek
  • Gruss
  • Afkomstig van het Middelhoogguitse word  gruoz zn , dat van het Middelhoogguitse word  grüezen ww  komt
enkelvoud
(onbepaald)
enkelvoud
(bepaald)
meervoud
(onbepaald)
meervoud
(bepaald)
nominatief en Gruss der Gruss
datief me Gruss em Gruss
accusatief en Gruss der Gruss

Gruss, m

  1. groet
    «Bevor ich mei Gruss saag, will ich een Ding aus em Heilige Schrift vun Matthaeus lese.»
    Voordat ik mijn groet uitspreek, wil ik één ding voorlezen uit de Heilige Schrift van Mattheüs.