Naar inhoud springen

Pennantrosella

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Pennantrosella
IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2018)
Pennantrosella
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Aves (Vogels)
Orde:Psittaciformes (Papegaaiachtigen)
Familie:Psittaculidae (Papegaaien van de Oude Wereld)
Geslacht:Platycercus (Rosella's)
Soort
Platycercus elegans
(Gmelin, 1788)
Verspreidingsgebied van de pennantrosella
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Pennantrosella op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Vogels

De pennantrosella (Platycercus elegans) is een vogel uit de familie Psittaculidae (papegaaien van de Oude Wereld).

Een volwassen pennantrosella is overwegend helderrood met paarsblauwe delen op de wangen, vleugels en staart. Het rood op de rug en delen van de vleugels is zwart gevlekt. Veel veren zijn zwart met een rode rand waardoor ze er als schubben uitzien. De jonge vogels zijn overwegend groen met rode vlekken.

De pennantrosella voedt zich met gras- en onkruidzaden, die zij eenvoudigweg van de grond eten. Fruit in allerlei soorten worden geconsumeerd en zo kunnen ze schade toebrengen aan boomgaarden. In de tuinen en parken doen zij zich tegoed aan de bessen van meidoorn, cotoneaster (dwergmispel) en vuurdoorn, maar ook inheemse struiken in het wild nemen zij graag bessen op. In de hoge bomen, waar zij graag verblijven, vinden ze altijd wel bloemen waar zij zich voeden met nectar en pollen. Ook vinden ze tussen de boomtoppen insecten en larven die ze in behoorlijke hoeveelheden opnemen. Kroponderzoek heeft uitgewezen dat ze ook wel grit en houtskool opnemen.

Voortplanting

[bewerken | brontekst bewerken]

De grootte van het legsel ligt doorgaans tussen de 4 en 7 eitjes. Na de leg van het derde ei begint het popje met broeden en na zo'n 20 dagen komen de eerste jongen uit. Na een periode van ca. 35 dagen zijn de jongen vliegvlug. Het voeren van de jongen wordt in het begin uitsluitend door het vrouwtje gedaan. Wel komt de man op het nest om het popje te voeren, maar na een tijdje assisteert de man bij het voeren van de jongen. Na het uitvliegen blijven de jongen nog gedurende 7 weken bij de ouders. Daarna gaan ze weg van de ouders en houden ze zich in kleinere groepjes met jongen uit andere nesten.

Verspreiding en leefgebied

[bewerken | brontekst bewerken]

De pennantrosella houdt zich graag op in de vochtiger gebieden van oostelijk en zuidoostelijk Australië. Het zijn beslist geen bewoners van woestijn- of savannegebieden. Ze komen voor in de half- tot geheel geboste gebieden. Uitzonderingen hierop komen ook voor. Ze houden van parken met afwisselende beplanting maar ook in de buitenwijken van de grotere plaatsen zijn ze te vinden.Ze zijn zelfs waargenomen in de dichte zeer vochtige wouden. Hun voorkeur gaat uit naar eucalyptusbossen. De gebieden die overlopen naar meer open landschap worden bewoond door de prachtrosella en zo leven deze twee soorten soms naast elkaar.

De soort telt zeven ondersoorten:[2]

De grootte van de populatie is niet gekwantificeerd maar de soort wordt omschreven als algemeen tot zeer talrijk. Op de Rode lijst van de IUCN heeft deze soort de status niet bedreigd.[1]