Monogenetische cyclus
Een monogenetische cyclus (zelden ook monofasische cyclus genoemd) is een levenscyclus zonder generatiewisseling met slechts groei en ontwikkeling in de gametofytfase óf in de sporofytfase. Daartegenover staan de digenetische cyclus met een afwisseling van twee generaties en de trigenetische cyclus met een afwisseling van drie verschillende generaties.
Bij de monogenetische cyclus ontwikkelt zich uit de zygote de gametofyt die de gameten produceert door meiose. Omdat er maar één generatie is kan er eigenlijk dan ook niet gesproken worden van generatiewisseling.
De monogenetische levenscyclus kent twee belangrijke varianten: dat van de haplonten en dat van de diplonten.
Biologische levenscycli van meercellige organismen met geslachtelijke voortplanting | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Cytologische kernfasewisseling | ||||||||
Organisme → | Haplont | Diplont | Diplohaplont = Haplodiplont | |||||
Levenscyclus → | Haplofasisch | Diplofasisch | Diplohaplofasisch = Heterofasisch | |||||
Kernfase → | Haplofase | Diplofase | Haplofase ↔ Diplofase afwisselend | |||||
Meiose → | Zygotisch | Gametisch | Sporisch = Intermediair | |||||
Morfo- logische generatie- wisseling |
Monogenetisch: (monofasisch) → |
Monogenetische haplont |
Monogenetische diplont |
|||||
Digenetisch: (difasisch) → |
Digenetische diplont |
Digenetische diplohaplonten
| ||||||
Trigenetisch: (trifasisch) → |
Trigenetische diplohaplont |
Haplonten
[bewerken | brontekst bewerken]Eenhuizige haplont met monogenetische cyclus[1] | |||||||||
kernfase | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
diplofase (2n) |
← → |
haplofase (1n) |
|||||||
Ge- ne- ra- tie |
zygote |
|
← ♂ gameten ←♀ gameten |
||||||
↑↑ | |||||||||
↓ | gametofyt | ||||||||
↑ | |||||||||
↘ |
|
spore | |||||||
De haplonten hebben alleen een haploïde generatie. De diploïde zygote kan meiose (reductiedeling) ondergaan, waarna zich een haploïde gametofyt ontwikkelt. Men spreekt dan van zygotische meiose en van een haplofasische cyclus. Bij dit type cyclus komen eenhuizigheid (individuën zijn tweeslachtig) en tweehuizigheid (individuën zijn of mannelijk of vrouwelijk) voor.
Dit type cyclus komt voor bij verschillende algengroepen (Dinophyta, Heterokontophyta, Chlorophyta), slijmzwammen (Acrasiomycota) en schimmels (Chytridiomycota, Zygomycota, Ascomycota en Oomycota).
Diplonten
[bewerken | brontekst bewerken]Diplont met monogenetische cyclus[1] | ||||||||
kernfase | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
diplofase (2n) |
← → |
haplofase (1n) |
||||||
Ge- ne- ra- tie |
zygote |
|
♂ gameten ♀ gameten | |||||
↓ | ↑ ↑ | |||||||
gameto- fyt |
|
↗↗ | ||||||
De diplonten hebben alleen een diploïde generatie. Het opvallende is hier dus dat de gametofyt diploïde is. De diploïde zygote ontwikkelt zich door gewone celdeling (mitose) tot een eveneens diploïde gametofyt, die de gameten vormt na een reductiedeling (meiose). Men spreekt dan van gametische meiose en van een diplofasische cyclus.
Dit type cyclus komt voor bij verschillende algengroepen (Heterokontophyta, Chlorophyta), en schimmels (Oomycota en Ascomycota).
Dieren
[bewerken | brontekst bewerken]Diplont met monogenetische cyclus (bij dieren)[1] | |||||||||||
kernfase | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
diplofase (2n) | ← → |
haplofase (1n) | |||||||||
Ge- ne- ra- tie |
♀ zygote |
♂ zygote |
|
(♂) zaadcellen (♀) eicellen | |||||||
↓ | ↓ | ↑ ↑ | |||||||||
♀ dier |
|
↗ ↑ | |||||||||
♂ dier |
|
↗ | |||||||||
De levenscyclus van dieren is sterk vergelijkbaar met het hierboven laatstgenoemde geval. De eicellen en zaadcellen worden hier door reductiedeling gevormd in het diploïde organisme.
Literatuur