Jan Simon van der Aa
J. Simon van der Aa | ||
---|---|---|
Portret van Van der Aa (Maris, 1927)
| ||
Persoonlijke gegevens | ||
Geboortedatum | 25 juli 1865 | |
Geboorteplaats | Hornhuizen | |
Overlijdensdatum | 24 februari 1944 | |
Overlijdensplaats | Lausanne | |
Academische achtergrond | ||
Alma mater | Ruprecht-Karls-universiteit | |
Proefschrift | De Rijksopvoedingsgestichten in Nederland (1890) | |
Promotor | G.A. van Hamel | |
Wetenschappelijk werk | ||
Universiteit | Rijksuniversiteit Groningen | |
Soort hoogleraar | Gewoon hoogleraar | |
Promovendi | J.M. van Bemmelen | |
Bekende werken | Recueil de documents en matière pénale et pénitentiaire | |
Website |
Jan Simon van der Aa (Hornhuizen, 25 juli 1865 - Lausanne, 24 februari 1944) was een Nederlands jurist, hoogleraar en hoofdambtenaar bij het ministerie van Justitie. Hij heeft bijgedragen aan het tot stand komen van onder meer de kinderwetten van 1901.
Van der Aa promoveerde in 1890 aan de Universiteit van Amsterdam bij Gerard Anton van Hamel op het proefschrift De Rijksopvoedingsgestichten in Nederland. In 1906 werd hij benoemd tot hoogleraar in de wijsbegeerte van het recht, het strafrecht en de strafvordering aan de Rijksuniversiteit Groningen. De titel van zijn inaugurele rede, gehouden 20 oktober 1906, luidt De arbeid als element van de vrijheidsstraf.[1] In 1912 werd het onderwijs in de wijsbegeerte van het recht overgedragen aan Isaac Bennie Cohen. Van der Aa hield zijn afscheidsrede op 16 oktober 1926.[2]
De studievereniging voor strafrecht en criminologie aan de Rijksuniversiteit Groningen is vernoemd naar Simon van der Aa.[3]
Onderscheidingen
[bewerken | brontekst bewerken]Simon van der Aa ontving tijdens zijn loopbaan diverse onderscheidingen. In 1901 werd hij benoemd tot ridder in de orde van de Nederlandse Leeuw.[4] In 1933 werd hij commandeur in de Orde van Oranje-Nassau.[5] Wegens zijn internationale activiteiten met betrekking tot de hervormingen van het gevangeniswezen ontving hij in 1925 uit handen van de Britse minister van Buitenlandse Zaken de onderscheiding ere-ridder-commandeur in de Orde van het Britse Rijk.[6]
-
Van der Aa (links) ontmoet de Duitse minister van Justitie Franz Gürtner op een congres in 1935.
Externe link
[bewerken | brontekst bewerken]Voorganger: Cornelis van Wisselingh |
Rector magnificus van de Rijksuniversiteit Groningen 1917–1918 |
Opvolger: Johan Frans van Bemmelen |
- ↑ Online bij Leesmuseum Arnhem.
- ↑ Waarschijnlijk ongepubliceerd; een samenvatting van de rede verscheen onder meer in Nieuwsblad van het Noorden, 18 oktober 1926.
- ↑ 'Historie', website Vereniging voor strafrecht en criminologie Simon van der Aa. Gearchiveerd op 5 februari 2023.
- ↑ De Tijd, 24 februari 1901. Via Delpher geraadpleegd 8 december 2020. Gearchiveerd op 3 januari 2021.
- ↑ Het Vaderland, 30 augustus 1933. Via Delpher geraadpleegd 8 december 2020. Gearchiveerd op 3 januari 2021.
- ↑ Algemeen Handelsblad, 10 oktober 1925. Via Delpher geraadpleegd 8 december 2020. Gearchiveerd op 3 januari 2021.