Hendrik Collot d'Escury
Hendrik Collot d'Escury | ||||
---|---|---|---|---|
Portret door Willem Bartel van der Kooi (1826), in bezit familiestichting
| ||||
Algemeen | ||||
Volledige naam | Hendrik baron Collot d'Escury | |||
Geboren | 4 september 1773 | |||
Geboorteplaats | Rotterdam, Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden | |||
Overleden | 14 mei 1845 | |||
Overlijdensplaats | Den Haag, Nederland | |||
Partij | gematigd oppositioneel | |||
Titulatuur | mr. | |||
Functies | ||||
1811-1813 | lid algemene raad van departement Monden van de Maas | |||
1814 | lid Vergadering van Notabelen | |||
1814-1818 | lid Provinciale Staten van Holland | |||
1814-1818 | lid Gedeputeerde Staten van Holland | |||
1818-1842 | lid Tweede Kamer der Staten-Generaal | |||
1832/1833; 1834/1835 |
voorzitter van de Tweede Kamer | |||
1835-1845 | lid Raad van State | |||
|
Hendrik baron Collot d'Escury, heer van Heinenoord (Rotterdam, 4 september 1773 – 's-Gravenhage, 14 mei 1845) was onder andere tweemaal voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
Leven
[bewerken | brontekst bewerken]Familie
[bewerken | brontekst bewerken]Collot was een telg uit de adellijke familie Collot d'Escury. Zijn vader Johan Marthe Collot d'Escury en broer Carel Æmilius Els Collot d'Escury waren net als hij Kamerlid. Hij trouwde tweemaal en kreeg zes kinderen. Collot was de schoonvader van minister Jacques Jean Quarles van Ufford.
Loopbaan
[bewerken | brontekst bewerken]Collot studeerde te Groningen, waar hij in 1794 promoveerde en daarna advocaat werd. Hij nam vanaf 1811 bestuursfuncties op en werd curator van de Leidse Hogeschool, en enkele jaren later lid van de Tweede Kamer. Hij was daarbij tweemaal ook voorzitter van de Kamer. Hij beëindigde zijn loopbaan als lid van de Raad van State dat hij de eerste jaren combineerde met het Kamerlidmaatschap.
Bezit
[bewerken | brontekst bewerken]In 1809 kocht hij de heerlijkheid Heinenoord met het Hof van Assendelft. Hij werd bij zijn eerste bezoek feestelijk onthaald door de bevolking. In 1834 verkocht hij de goederen aan zijn rentmeester.[1]
Adelsbesluiten
[bewerken | brontekst bewerken]Collot werd in 1814 benoemd in de Ridderschap van Holland, waardoor hij met het predicaat jonkheer tot de adel van het koninkrijk ging behoren. In 1816 verkreeg zijn vader de titel van baron, een titel die overgaat op al diens nakomelingen waardoor Collot ook vanaf dat laatste jaar die titel mocht voeren.
Bibliografie
[bewerken | brontekst bewerken]Naast zijn proefschrift en enige Latijnse gedichten gaf hij Hollands roem in kunsten en wetenschappen ('s-Gravenhage 1824-1844, 7 delen) uit.
- Dit artikel is geheel of gedeeltelijk gebaseerd op een artikel uit het Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde van F. Jos. van den Branden en J.G. Frederiks uit 1888-1891, dat vanwege zijn ouderdom vrij is van auteursrechten.
- Nederland's Adelsboek 81 (1990-1991), p. 268-271.
- ↑ Peter Pot (2000). Kastelen en buitenplaatsen in Zuid-Holland. Walburg Pers, Zutphen, "Het Hof van Assendelft", pp. 412-417.
Voorganger: H.M.A.J. van Asch van Wijck |
Voorzitter van de Tweede Kamer 1832-1833 |
Opvolger: T. Sypkens |
Voorganger: T. Sypkens |
Voorzitter van de Tweede Kamer 1834-1835 |
Opvolger: H.J. Dijckmeester |