veelzijdig

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch

[edit]

Etymology

[edit]

From veel (many) +‎ zijde (side) +‎ -ig (-y).

Pronunciation

[edit]
  • Audio:(file)

Adjective

[edit]

veelzijdig (comparative veelzijdiger, superlative veelzijdigst)

  1. multifaceted

Declension

[edit]
Declension of veelzijdig
uninflected veelzijdig
inflected veelzijdige
comparative veelzijdiger
positive comparative superlative
predicative/adverbial veelzijdig veelzijdiger het veelzijdigst
het veelzijdigste
indefinite m./f. sing. veelzijdige veelzijdigere veelzijdigste
n. sing. veelzijdig veelzijdiger veelzijdigste
plural veelzijdige veelzijdigere veelzijdigste
definite veelzijdige veelzijdigere veelzijdigste
partitive veelzijdigs veelzijdigers