kiezer
Jump to navigation
Jump to search
Dutch
[edit]Etymology
[edit]Pronunciation
[edit]Noun
[edit]kiezer m (plural kiezers, diminutive kiezertje n)
- voter
- Alle kiezers moeten hun stem uitbrengen tijdens de verkiezingen.
- All voters must cast their vote during the elections.
- De politieke partijen proberen de kiezers te overtuigen met hun verkiezingsprogramma.
- The political parties try to persuade the voters with their election program.
- Elke kiezer heeft het recht om zijn stem uit te brengen volgens zijn overtuiging.
- Every voter has the right to cast his vote according to his conviction.
- De kiezers gingen massaal naar de stembureaus om hun stem uit te brengen.
- The voters went massively to the polling stations to cast their vote.