What do you think?
Rate this book
156 pages, Hardcover
First published October 7, 2017
“Lieve Kitty,
Ik kan me helemaal niet voorstellen dat de wereld voor ons ooit weer eens gewoon wordt. Ik spreek wel over ‘na de oorlog’, maar dan is dat, alsof ik over een luchtkasteeltje spreek, iets wat nooit werkelijkheid kan worden.
Ik zie ons achten samen met het Achterhuis, alsof wij een stukje blauwe hemel waren, omringd door zwarte, zwarte regenwolken. Het ronde, afgebakende plekje, waarop wij staan is nog veilig, maar de wolken rukken steeds dichter op ons toe en de ring, die ons van het naderende gevaar scheidt, wordt steeds nauwer toegehaald.
Nu zijn we al zover door gevaar en donkerte omgeven, dat wij van vertwijfeling waar uitredding te vinden, tegen elkaar aan botsen. We kijken allen naar beneden waar de mensen tegen elkaar vechten, we kijken allen naar boven waar het rustig en mooi is. En onderwijl zijn wij afgesneden door die duistere massa, die ons niet naar beneden en niet naar boven laat gaan, maar die voor ons staat als een ondoordringbare muur, die ons verpletteren wil, maar nog niet kan. Ik kan niets anders doen dan roepen en smeken: ‘O ring, ring wordt wijder en open je voor ons!
Je Anne"