vormeis
Uiterlijk
- vorm·eis
- samenstelling van vorm zn en eis zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vormeis | vormeisen |
verkleinwoord |
de vormeis m
- (sport) de limiet die is gesteld qua vormbehoud om mee te mogen doen aan een wedstrijd
- ▸ Jansen haalde ook moeiteloos de limiet voor deelname aan de Europese kampioenschappen, eind juni in Helsinki. De vormeis daarvoor was een afstand van 57 meter.[1]
- richtlijn qua uiterlijke verschijning
- ▸ De traditionele strenge rijmschema’s worden zelden nog gehanteerd. Des te opvallender dus dat Bouwers daar heel dicht bij blijft en het vele eindrijm de stroom van zijn gedichten laat bepalen. Hoewel hij zich net niet echt voegt naar deze vormeis, laat hij zich er soms wel hinderlijk door dwingen.[2]
- Het woord vormeis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vormeis" herkend door:
44 % | van de Nederlanders; |
44 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Weblink bron “Vormbehoud discuswerpster Jansen” (20-04-2012), Tubantia
- ↑ Weblink bron Klaas Fraanje“Met poëzie essentie benaderen of trachten te verwoorden” (06-06-2012), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be