-archie
Uiterlijk
Huidig bestand |
---|
12 |
- -ar·chie
- van het Franse '-archie' of daarvoor van het Griekse '-archia', van archein [heersen] [1]
-archie
- ter vorming van woorden met de betekenis regering, staatsvorm, heerschappij
- anarchie, autarchie, diarchie, heptarchie, heterarchie, hiërarchie, mollarchie, monarchie, oligarchie, pentarchie, polyarchie, tetrarchie, triarchie
- absolutisme, bondsstaat, centralisme, cesaropapie, condominium, confederatie, constitutionele monarchie, dictatuur, driemanschap, eenheidsstaat, eenpartijstaat, federalisme, federatie, islamitische republiek, parlementaire democratie, pontificaat, republiek, volksrepubliek
- Het woord '-archie' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.