Naar inhoud springen

Spreeuwen

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Sturnidae)
Spreeuwen
Treurmaina (Acridotheres tristis)
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Aves (Vogels)
Orde:Passeriformes (Zangvogels)
Superfamilie:Muscicapoidea
Familie
Sturnidae
Rafinesque, 1815
Spreeuwenwolk
De (gewone of Europese) spreeuw
Hildebrandts glansspreeuw (Lamprotornis hildebrandti)
Amethistspreeuw (Cinnyricinclus leucogaster)
Pagodespreeuw (Sturnia pagodarum)
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Spreeuwen op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Vogels

De spreeuwen (Sturnidae) zijn een familie uit de orde van de zangvogels. De naam "Sturnidae" komt van het Latijnse woord voor spreeuw, Sturnus.

Spreeuwen zijn kleine tot middelgrote vogels. Het verenkleed is meestal zwart, vaak met een opzichtige metaalglans. Sommige soorten hebben lange staarten. De lichaamslengte varieert van 16 tot 45 cm.

Hoewel er geen opvallend melodieuze zangers binnen de spreeuwenfamilie voorkomen, kunnen diverse soorten spreeuwen verschillende en vaak ingewikkelde geluiden produceren. Het zijn vaak voortreffelijke imitators die geluiden uit hun omgeving opnemen in hun zangrepertoire, waaronder mechanische geluiden zoals een claxon. De (gewone) spreeuw, treurmaina, prachtglansspreeuw en de vijf Gracula-soorten ("beo's") kunnen de menselijke stem nabootsen.[1]

Hun voedsel bestaat uit insecten en vruchten, maar in de regel zijn het alleseters.

Voortplanting

[bewerken | brontekst bewerken]

Het legsel bestaat uit 2 tot 6 licht-blauwgroene, vaak bruingevlekte eieren.

Verspreiding en leefgebied

[bewerken | brontekst bewerken]

Spreeuwen komen oorspronkelijk voor in de Oude Wereld, dus in Europa, Azië en Afrika maar ook in het noorden van Australië (land) en de tropische eilanden van de Grote Oceaan. Bijna alle spreeuwen houden van redelijk open landschappen. Verschillende soorten leven rond de menselijke bewoning.

Verschillende Europese en Aziatische soorten zijn ingevoerd in andere streken zoals Noord-Amerika, Hawaï en Nieuw-Zeeland. Ze concurreren daar om leefruimte met inheemse vogelsoorten en worden vaak beschouwd als invasieve exoten. De gewone spreeuw is het meest bekend in Europa en Noord-Amerika. In grote delen van Azië en in het gebied van de Grote Oceaan is de treurmaina de meest voorkomende soort spreeuw.

De familie van de spreeuwen maakt deel uit van de superfamilie Muscicapoidea.[2] In Noord-Amerika komen vogels voor die erg op spreeuwen lijken en ook zo genoemd worden, zoals de epauletspreeuw (Agelaius phoeniceus). Deze vogelsoorten zijn niet verwant aan de gewone spreeuwen maar behoren tot de superfamilie Passeroidea waartoe ook de gorzen (Emberizidae) en mussen behoren.[3]

De familie telt ruim 120 soorten.[4]