Naar inhoud springen

Ramblerrozen

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Ramblerroos Maria Lisa

Ramblerrozen (ook rambler of liaanrozen genoemd) vormen een aparte groep van krachtig groeiende rozen, die met hun kruipende, lange, soepele takken 5-6 m hoog in bomen kunnen klimmen. In Engeland hebben deze rozen de speciale naam rambler gekregen,[1] die ook in Nederland gebruikelijk is en letterlijk zwervers betekent. In België worden ze liaanrozen genoemd. Klimrozen (Engels: climber) hebben in tegenstelling tot ramblerrozen starre, stijve takken. De indeling tussen rambler en climber is kunstmatig en vaak willekeurig, omdat de overgang tussen beiden vloeiend is.

Ramblerrozen bloeien eenmaal per jaar vanaf het einde van de lente tot in het begin van de zomer (juni-juli). De bloemen zijn klein en meestal enkelbloemig maar ze bloeien lang en zeer talrijk in grote trossen. Ramblerrozen worden gebruikt om er priëlen, pergola's of rozenbogen mee te laten begroeien.

Het merendeel van de bekende ramblerrozen ontstonden in het begin van de 20e eeuw toen rozenkwekers begonnen klimmende rozen te veredelen die aan het einde van de 19e eeuw uit het Verre Oosten waren ingevoerd, hoofdzakelijk R. multiflora en R. wichurana. Deze rozensoorten onderscheiden zich sterk van andere rozensoorten en behoren tot de sectie Rosa sect. Synstylae.[2] De naam verwijst naar de stijlen van de bloemen die zijn vergroeid tot een slank zuiltje. Daarvoor bestonden er maar weinig soorten ramblerrozen, waarvan de meesten van de bosroos (R. arvensis), de groenblijvende roos (R. sempervirens) en de muskusroos (R. moschata) afstamden, die ook in deze sectie zijn ingedeeld.

Multiflora-hybriden

[bewerken | brontekst bewerken]

Rosa multiflora komt van nature voor in Oost-Azië en is daar een struikroos met takken, die in hoge bogen breed uit elkaar groeien. Ze bereikt een hoogte van 3 m en werd voor het eerst benoemd in 1784 door de Zweedse natuuronderzoeker Carl Peter Thunberg. Ze wordt ook vaak als onderstam bij het enten van andere rozen gebruikt. Een van de oudste multiflora-hybriden is de roos De la Grifferaie, die vanwege haar groeikracht eveneens vaak als onderstam is gebruikt.[3]

Wichurana-hybriden

[bewerken | brontekst bewerken]

Rosa wichurana (vroeger R. luciae var. wichuraiana en R. wichuraiana genoemd) komt van nature voor in Japan, Oost-China en Korea en is daar een bodembedekkende roos met tot 5 m lange, kruipende takken. In streken met een zacht klimaat is ze semi-groenblijvend en wordt ook memorial rose genoemd. Ze werd in 1896 op naam gesteld door de Belgische botanicus François Crépin in het Bulletin van de Koninklijke Belgische Botanische Vereniging.[4] Ze is benoemd naar de Duitse botanicus Max Ernst Wichura (1817–1866) die de roos van een diplomatieke missie uit Japan meebracht. Als eerste kweekte de Franse rozenkweker René Barbier hiermee verschillende soorten ramblerrozen.[5]

Kruisingen met Turner's Crimson Rambler

[bewerken | brontekst bewerken]

De karmozijnrode Chinese hybride tuinroos Crimson Rambler kwam in 1878 vanuit Japan naar Europa en is vermoedelijk een kruising tussen R. multiflora, R. wichurana en R. chinensis. In het oorsprongsland China is ze onder de naam Shí jiěmèi (tien zussen) en in Japan onder de naam Soukara-Ibara bekend. Arthur Turner, de zoon van Charles Turner van de koninklijke kwekerij in Slough, introduceerde deze roos in 1893 in Engeland onder de naam Turners Crimson Rambler. Ze was zo populair, dat al gauw de naam rambler voor al dit soort klimrozen in zwang raakte.

Arvensis-hybriden

[bewerken | brontekst bewerken]

R. arvensis 'Plena' is een gevulde vorm van de bosroos (R. arvensis) en mogelijk een natuurlijke hybride, die de Belgische rozenkweker Louis Lens in 1982 in de provincie Namen in het wild ontdekte en ingevoerde. De ramblerroos 'Louis mon Ami' is daar wederom een hybride zaailing van.[6] Ayrshire-hybriden zijn eveneens arvensis-hybriden.

Ayrshire-hybriden

[bewerken | brontekst bewerken]

Ayrshire-hybriden zijn ramblerrozen die in het begin van de 19e eeuw uit kruisingen met de inmiddels uitgestorven Ayrshire-roos zijn ontstaan.[7] Zoals de naam doet vermoeden kwam de Ayrshire-roos uit het Schotse graafschap Ayrshire. Van herkomst was ze een bosroos (R. arvensis) maar ze bezat ook kenmerken van R. sempervirens, wat er op duidt dat ze geen variëteit van de daar inheemse bosroos was maar waarschijnlijk uit ingevoerd zaad werd gekweekt. De Ayrshire-hybriden zijn zeer winterhard en groeien ook goed in de halfschaduw, bijvoorbeeld onder het bladerdak van een boom.

Brunonii-hybriden

[bewerken | brontekst bewerken]

Rosa brunonii (ook R. moschata var. nepalensis genoemd) is een wilde roos uit de Himalaya, waar ze van nature tot in hoogtes van 1500-2400 m als 5-12 m hoge struik voorkomt. Het verspreidingsgebied reikt van Kasjmir en Afghanistan tot in het westelijke gebergte van de Chineese provincie Sichuan. John Lindley benoemde in 1820 R. brunonii naar de Schotse botanicus Robert Brown, ook bekend van de later naar hem genoemde Brownse beweging. De bloemen van deze roos verspreiden een muskusachtige geur.

Moschata-Hybriden

[bewerken | brontekst bewerken]

Rosa moschata is een roos die veel op Rosa brunonii lijkt, maar sterker geurt, in de herfst bloeit en slechts matig winterhard is. Ze werd voor het eerst beschreven in 1762 door de Franse natuuronderzoeker Johann Hermann. Er zijn veel hybriden van deze roos gekweekt, maar sinds het begin van de negentiende eeuw werd ze lange tijd als uitgestorven beschouwd. In de jaren 1960 werd de herontdekking gemeld door de Engelse schrijver en tuinarchitect Graham Stuart Thomas.[8]

Filipes-hybriden

[bewerken | brontekst bewerken]

Rosa filipes komt van nature voor in de Chinese provincies Gansu, Shaanxi, Sichuan, Yunnan en in de Tibetaanse Autonome Regio. Ze groeien daar op hoogtes van 1300-2300 m en worden als heesters 3-5 m hoog. In bomen bereiken ze hoogten van 25 m. De wilde ramblerroos werd in 1908 in de Chinese provincie Sichuan gevonden en is voor het eerst benoemd in 1915 door de Engelse botanicus Ernest Henry Wilson en de Duits-Amerikaanse botanicus Alfred Rehder.

R. filipes 'Kiftsgate' werd 1954 door E. Murell als zaailing van R. filipes in Kiftsgate Court in Gloucestershire ontdekt.

Helenae-hybriden

[bewerken | brontekst bewerken]

Rosa helenae komt van nature voor in Vietnam, Laos, Cambodja en in de Chinese provincies Gansu, Guizhou , Hubei , Shaanxi, Sichuan en Yunnan. Ze is daar een tot 7 m hoge heesterroos. De Engelse botanicus Ernest Henry Wilson bracht in 1900 de wilde ramblerroos mee voor het Arnold Arboretum en noemde deze rozensoort naar zijn vrouw Helen. Onder de Aziatische ramblerrozen is ze de meest winterharde.

Sempervirens-hybriden

[bewerken | brontekst bewerken]

Rosa sempervirens is een groenblijvende kruipende en klimmende roos, die van natura in Zuid-Europa en Noord-Afrika voorkomt. Ze is in België en Nederland niet winterhard. In het begin van de 19e eeuw kweekte de Franse rozenkweker Henri Antoine Jacques (1782-1866), tuinman bij de hertog van Orléans, met deze roos in de tuinen van de latere koning Lodewijk Filips een klein aantal hybriden, die wel min of meer winterhard zijn. Ze zijn hoofdzakelijk vernoemd naar de leden van de koninklijke familie. Deze ramblerrozen worden sempervirens-hybriden genoemd. Bijna alle sempervirens-hybriden zijn kruisingen van Jacques omdat na hem met deze rozen niet verder is gekweekt.

Soulieana-hybriden

[bewerken | brontekst bewerken]

Rosa soulieana is een snelgroeiende wilde klimroos die van natura in Zuidwest-China voorkomt, op een hoogte van 2500-3700 m. Ze werd omstreeks 1895 door de Franse rooms-katholieke missionaris en botanicus Jean André Soulié naar Frankrijk gestuurd en in 1896 op naam gesteld door de Belgische botanicus François Crépin in het Bulletin van de Koninklijke Belgische Botanische Vereniging.[4] Deze wilde ramblerroos is maar zelden gebruikt voor verdere kweek.

  • (en) Charles Quest-Ritson, Climbing roses of the world, Portland, Timber Press, 2003. ISBN 0-88192-563-2
  • (en) David Austin, The Rose, Woodbridge (Suffolk), Garden Art Press, 2009. ISBN 978-1-870673-53-2
Mediabestanden die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Rosa Hybrid Multiflora op Wikimedia Commons.
Mediabestanden die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Rosa Hybrid Wichurana op Wikimedia Commons.