Naar inhoud springen

Septembermoorden: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Taksen (overleg | bijdragen)
Receptie: voorlopig
Taksen (overleg | bijdragen)
Receptie: voorlopig
Regel 35: Regel 35:
Gedurende 42 dagen trad de Uitvoerende Raad, een voorlopige regering, met Danton en Roland als ministers, in een machtsvacuum op. Volgens [[Albert Soboul]] is het de periode van het Eerste Schrikbewind. Tegelijkertijd vonden ook de [[Verkiezingen voor de Franse Nationale Conventie 1792]] plaats. (De opkomst was maar 10%.) De kiesmannen - de stemming was niet geheim - lijken te zijn geïntimideerd op 3 september; ze waren uitgenodigd naar de club der Jacobijnen te komen, terwijl de lijken van de slachtoffers in rijen opgestapeld lagen op de Pont au Change.<ref>O. Flake, p. 109</ref> De toekomstige Conventieleden zouden volgens Gautherot wel degelijk onder de indruk zijn geweest van de realiteit van de dreigementen.<ref>Gustave Gautherot, Septembre 1792 - Histoire du massacre, p. 82 [http://www.liberius.net/livres/Septembre_1792._Histoire_politique_des_massacres_000000557.pdf]</ref> De [[Montagnards (Frankrijk)|Montagnards]] zouden (in de 48 secties) 22 van de 24 beschikbare Parijse zetels behalen.<ref>[https://fr.wikipedia.org/wiki/Liste_des_députés_de_la_Seine#Convention_nationale|Liste des députés de la Seine]</ref>
Gedurende 42 dagen trad de Uitvoerende Raad, een voorlopige regering, met Danton en Roland als ministers, in een machtsvacuum op. Volgens [[Albert Soboul]] is het de periode van het Eerste Schrikbewind. Tegelijkertijd vonden ook de [[Verkiezingen voor de Franse Nationale Conventie 1792]] plaats. (De opkomst was maar 10%.) De kiesmannen - de stemming was niet geheim - lijken te zijn geïntimideerd op 3 september; ze waren uitgenodigd naar de club der Jacobijnen te komen, terwijl de lijken van de slachtoffers in rijen opgestapeld lagen op de Pont au Change.<ref>O. Flake, p. 109</ref> De toekomstige Conventieleden zouden volgens Gautherot wel degelijk onder de indruk zijn geweest van de realiteit van de dreigementen.<ref>Gustave Gautherot, Septembre 1792 - Histoire du massacre, p. 82 [http://www.liberius.net/livres/Septembre_1792._Histoire_politique_des_massacres_000000557.pdf]</ref> De [[Montagnards (Frankrijk)|Montagnards]] zouden (in de 48 secties) 22 van de 24 beschikbare Parijse zetels behalen.<ref>[https://fr.wikipedia.org/wiki/Liste_des_députés_de_la_Seine#Convention_nationale|Liste des députés de la Seine]</ref>


Robespierre hield zich vanaf 26 augustus bezig met de verkiezingen. Hij sprak tussen 30 augustus en 2 september iedere dag de Commune toe. 2 september. Robespierre zetelend in het stadhuis, met assistentie van Collot d'Herbois en Billaud-Varennes, lieten Madame de Stael die de stad wilde ontvluchten, pas 's avonds laat gaan.<ref>[https://books.google.nl/books?id=mPANAAAAQAAJ&printsec=frontcover&dq=Staël+Robespierre&hl=de&sa=X&ved=0ahUKEwi_v7nI96jeAhXJKVAKHT7lDzAQ6AEIRTAE#v=onepage&q=Staël%20Robespierre&f=false Considerations on the Principal Events of the French Revolution, Band 2, p. 70]</ref> Op 3 september stelde Robespierre voor om royalisten, Feuillants, etc. uit te sluiten als zijnde verkiesbaar. Het voorstel is door de kiescommissie aangenomen.<ref>[https://gallica.bnf.fr/ark:/12148/bpt6k205053m/f13.image Assemblée électorale de Paris 2 septembre, p. XVI]</ref> Van 4 tot 18 september liet hij zich nauwelijks zien, maar getuigen meldden dat een van de leiders (Panis) iedere ochtend bij Duplay, c.q. Robespierre binnenging om bij nieuwe orders op te halen?<ref>[https://books.google.nl/books?id=grUD3hWUc0AC&pg=PA56&lpg=PA56&dq=robespierre+september+massacres&source=bl&ots=zba6lKhLEu&sig=qm5IHGeu4dSUud_FDRRLKBF1N3o&hl=de&sa=X&ved=2ahUKEwjplfTdz6PeAhXL_KQKHUASB_YQ6AEwDHoECAkQAQ#v=onepage&q=robespierre%20september%20massacres&f=false Robespierre door John Hardman, p. 56]</ref> Tallien stuurde op 3 of 5 september een circulaire naar de départementen met de aanbeveling tegen contra-revolutionairen "dezelfde middelen toe te passen, zo noodzakelijk voor het algemeen welzijn".<ref>L. Madelin, p. 339</ref>
Robespierre hield zich vanaf 26 augustus bezig met de verkiezingen. Hij sprak tussen 30 augustus en 2 september iedere dag de Commune toe. Robespierre Collot d'Herbois en Billaud-Varennes lieten Madame de Stael die de stad wilde ontvluchten, pas 's avonds laat gaan.<ref>[https://books.google.nl/books?id=mPANAAAAQAAJ&printsec=frontcover&dq=Staël+Robespierre&hl=de&sa=X&ved=0ahUKEwi_v7nI96jeAhXJKVAKHT7lDzAQ6AEIRTAE#v=onepage&q=Staël%20Robespierre&f=false Considerations on the Principal Events of the French Revolution, Band 2, p. 70]</ref> Op 3 september stelde Robespierre voor om royalisten, Feuillants, etc. uit te sluiten als zijnde verkiesbaar. Het voorstel is door de kiescommissie aangenomen.<ref>[https://gallica.bnf.fr/ark:/12148/bpt6k205053m/f13.image Assemblée électorale de Paris 2 septembre, p. XVI]</ref> Van 4 tot 18 september liet zich nauwelijks zien, maar getuigen meldden dat een van de leiders iedere ochtend bij Duplay, c.q. Robespierre binnenging om bij nieuwe orders op te halen?<ref>[https://books.google.nl/books?id=grUD3hWUc0AC&pg=PA56&lpg=PA56&dq=robespierre+september+massacres&source=bl&ots=zba6lKhLEu&sig=qm5IHGeu4dSUud_FDRRLKBF1N3o&hl=de&sa=X&ved=2ahUKEwjplfTdz6PeAhXL_KQKHUASB_YQ6AEwDHoECAkQAQ#v=onepage&q=robespierre%20september%20massacres&f=false Robespierre door John Hardman, p. 56]</ref> Tallien stuurde op 3 of 5 september een circulaire naar de départementen met de aanbeveling tegen contra-revolutionairen "dezelfde middelen toe te passen, zo noodzakelijk voor het algemeen welzijn".<ref>L. Madelin, p. 339</ref>


De autoriteiten wisten dat er voor 1 september werd gespeeld met de gedachte de gevangenen te vermoorden. De [[Assemblée Legislative]], burgemeester [[Jérôme Pétion de Villeneuve|Pétion]], de Commune, [[Robespierre]], [[Georges Danton|Danton]], de bierbrouwer Antoine Joseph Santerre, hoofd van de Nationale Garde en Roland, de minister van Binnenlandse Zaken) hadden het bloedbad kunnen stoppen. Ze hebben hun ogen te hebben gesloten, zagen het als noodzakelijk of wisten niet hoe ze moesten reageren op de lynchpartij. Danton vond volgens [[Madame Roland]]: "Zij moeten zichzelf maar redden."<ref>R. Scurr (2006) Fatale zuiverheid. Robespierre en de Franse Revolutie, p. 243</ref> De krant van [[Jacques Pierre Brissot]] was de enige die de Septembermoorden veroordeelde. Een aantal gevangenen is tijdig vrijgelaten. Zij werden beschermd door Robespierre, Manuel of de Wetgevende Vergadering.<ref>[https://books.google.nl/books?id=grUD3hWUc0AC&pg=PA56&lpg=PA56&dq=robespierre+september+massacres&source=bl&ots=zba6lKhLEu&sig=qm5IHGeu4dSUud_FDRRLKBF1N3o&hl=de&sa=X&ved=2ahUKEwjplfTdz6PeAhXL_KQKHUASB_YQ6AEwDHoECAkQAQ#v=onepage&q=robespierre%20september%20massacres&f=false Robespierre door John Hardman, p. 56-57]</ref> Ook [[Madame de Staël]] wist te ontkomen aan het bloedbad, beschermd door Manuel en Tallien.
De autoriteiten wisten dat er voor 1 september werd gespeeld met de gedachte de gevangenen te vermoorden. De [[Assemblée Legislative]], burgemeester [[Jérôme Pétion de Villeneuve|Pétion]], de Commune, [[Robespierre]], [[Georges Danton|Danton]], de bierbrouwer Antoine Joseph Santerre, hoofd van de Nationale Garde en Roland, de minister van Binnenlandse Zaken) hadden het bloedbad kunnen stoppen. Ze hebben hun ogen te hebben gesloten, zagen het als noodzakelijk of wisten niet hoe ze moesten reageren op de lynchpartij. Danton vond volgens [[Madame Roland]]: "Zij moeten zichzelf maar redden."<ref>R. Scurr (2006) Fatale zuiverheid. Robespierre en de Franse Revolutie, p. 243</ref> De krant van [[Jacques Pierre Brissot]] was de enige die de Septembermoorden veroordeelde werden [# ] te .


Een aantal gevangenen is tijdig vrijgelaten. Zij werden beschermd door Robespierre, Manuel of de Wetgevende Vergadering.<ref>[https://books.google.nl/books?id=grUD3hWUc0AC&pg=PA56&lpg=PA56&dq=robespierre+september+massacres&source=bl&ots=zba6lKhLEu&sig=qm5IHGeu4dSUud_FDRRLKBF1N3o&hl=de&sa=X&ved=2ahUKEwjplfTdz6PeAhXL_KQKHUASB_YQ6AEwDHoECAkQAQ#v=onepage&q=robespierre%20september%20massacres&f=false Robespierre door John Hardman, p. 56-57]</ref> Ook [[Madame de Staël]] wist te ontkomen aan het bloedbad, beschermd door Manuel en Tallien. Ze had op 1 september nog een tweetal vrienden weten vrij te krijgen.<ref>[https://books.google.nl/books?id=mPANAAAAQAAJ&printsec=frontcover&dq=Staël+Robespierre&hl=de&sa=X&ved=0ahUKEwi_v7nI96jeAhXJKVAKHT7lDzAQ6AEIRTAE#v=onepage&q=Staël%20Robespierre&f=false Considerations on the Principal Events of the French Revolution, Band 2, p. 70]</ref>
Op 5 november 1792 hield de Conventie een "nabeschouwing"; Robert Louvet nam de leiding en beschuldigde Robespierre.<ref>[https://books.google.nl/books?id=YsxRAAAAcAAJ&pg=PA434&lpg=PA434&dq=seminarium+saint+firmin+paris&source=bl&ots=a2NNVtQ1ny&sig=mNk4TOxlXMxjRg2A8HTGrWkUt0E&hl=de&sa=X&ved=2ahUKEwip79-g1aneAhWtsKQKHbdDBPsQ6AEwBXoECAAQAQ#v=onepage&q=seminarium%20saint%20firmin%20paris&f=false Vollständige Geschichte der französischen Revolution. Von ihrem ..., Band 2, 485-487]</ref> Hij verklaarde dat Marat al die dagen maar één keer bij hem langs was geweest. Robespierre, Danton en Marat hielden vol dat de "nieuwe aderlating" een spontane volksbeweging was geweest.<ref>L. Madelin, p. 360</ref> Marat, die meer vijanden dan vrienden had, stelde voor een andere locatie te zoeken voor de Conventie, zodat er 4.000 toeschouwers plaatsen konden nemen op de tribunes om beter hun voorkeur duidelijk te kunnen maken.<ref>[https://books.google.nl/books?id=YsxRAAAAcAAJ&pg=PA434&lpg=PA434&dq=seminarium+saint+firmin+paris&source=bl&ots=a2NNVtQ1ny&sig=mNk4TOxlXMxjRg2A8HTGrWkUt0E&hl=de&sa=X&ved=2ahUKEwip79-g1aneAhWtsKQKHbdDBPsQ6AEwBXoECAAQAQ#v=onepage&q=seminarium%20saint%20firmin%20paris&f=false Vollständige Geschichte der französischen Revolution. Von ihrem ..., Band 2, 483]</ref> Hun tegenstanders (de Girondijnen) spraken van een systematisch geplande samenzwering.<ref>J. Israel (2017) Revolutionaire ideeën, p. 359</ref> Er waren in totaal 75 incidenten in 32 départementen.<ref>P. McPhee (2016) Liberty or Death, p. 162</ref> Ook de Girondijnse politici werden na hun [[Girondijnen#Val van de Girondijnen|val in juni 1793]] beschuldigd niet genoeg ondernomen te hebben.


Op 5 november 1792 hield de Conventie een "nabeschouwing"; Robert Louvet nam de leiding en beschuldigde Robespierre.<ref>[https://books.google.nl/books?id=YsxRAAAAcAAJ&pg=PA434&lpg=PA434&dq=seminarium+saint+firmin+paris&source=bl&ots=a2NNVtQ1ny&sig=mNk4TOxlXMxjRg2A8HTGrWkUt0E&hl=de&sa=X&ved=2ahUKEwip79-g1aneAhWtsKQKHbdDBPsQ6AEwBXoECAAQAQ#v=onepage&q=seminarium%20saint%20firmin%20paris&f=false Vollständige Geschichte der französischen Revolution. Von ihrem ..., Band 2, 485-487]</ref> verklaarde dat Marat al die dagen maar één keer bij hem langs was geweest. Robespierre, Danton en Marat hielden vol dat de "nieuwe aderlating" een spontane volksbeweging was geweest.<ref>L. Madelin, p. 360</ref> Marat, die meer vijanden dan vrienden had, stelde voor een andere locatie te zoeken voor de Conventie, zodat er 4.000 toeschouwers plaatsen konden nemen op de tribunes om beter hun voorkeur duidelijk te kunnen maken.<ref>[https://books.google.nl/books?id=YsxRAAAAcAAJ&pg=PA434&lpg=PA434&dq=seminarium+saint+firmin+paris&source=bl&ots=a2NNVtQ1ny&sig=mNk4TOxlXMxjRg2A8HTGrWkUt0E&hl=de&sa=X&ved=2ahUKEwip79-g1aneAhWtsKQKHbdDBPsQ6AEwBXoECAAQAQ#v=onepage&q=seminarium%20saint%20firmin%20paris&f=false Vollständige Geschichte der französischen Revolution. Von ihrem ..., Band 2, 483]</ref> Hun tegenstanders (de Girondijnen) spraken van een systematisch geplande samenzwering.<ref>J. Israel (2017) Revolutionaire ideeën, p. 359</ref> Er waren in totaal 75 incidenten in 32 départementen.<ref>P. McPhee (2016) Liberty or Death, p. 162</ref>
Er is geprobeerd tenminste Danton van alle blaam te zuiveren.<ref name="Flake, O. 1968 p. 108">Flake, O. (1968) De Franse Revolutie, 1789-1799, p. 108.</ref><ref>Dowd, D.L. (z.j.) De Franse Revolutie, p. 95.</ref> Ook [[Jules Michelet]] poogde de moorden te minimaliseren, of te vergoelijken. Hij vermeldde evenwel dat bijna alle de slachtoffers ''kwaad berokkend hadden aan Frankrijk'' en sprak van een ''vreselijke rechtspleging (terrible justice)''.<ref>Gustave Gautherot, Septembre 1792 - Histoire du massacre, p. 14</ref> Winock vermoedde wel een doel en een zekere mate van coördinatie.<ref>Winock, M. (1991) L’échec au roi, 1791-1792, p. 312. <!--Uitgever:Olivier Orban--></ref> Robert Lindet, een gematigd lid van de [[Comité van algemene veiligheid]], schreef in 1801 dat er geen sprake was van een volksbeweging, en dat alles vooraf beraamd was.<ref>L. Madelin (1932) De Fransche Revolutie, p. 343</ref> Ook Madame de Staël schreef dat er al voor 2 september geruchten waren gevangenen te vermoorden. Ze had op 1 september nog een tweetal vrienden weten vrij te krijgen.<ref>[https://books.google.nl/books?id=mPANAAAAQAAJ&printsec=frontcover&dq=Staël+Robespierre&hl=de&sa=X&ved=0ahUKEwi_v7nI96jeAhXJKVAKHT7lDzAQ6AEIRTAE#v=onepage&q=Staël%20Robespierre&f=false Considerations on the Principal Events of the French Revolution, Band 2, p. 70]</ref>

Er is geprobeerd tenminste Danton van alle blaam te zuiveren.<ref name="Flake, O. 1968 p. 108">Flake, O. (1968) De Franse Revolutie, 1789-1799, p. 108.</ref><ref>Dowd, D.L. (z.j.) De Franse Revolutie, p. 95.</ref> Ook [[Jules Michelet]] poogde de moorden te minimaliseren, of te vergoelijken. Hij vermeldde evenwel dat bijna alle de slachtoffers ''kwaad berokkend hadden aan Frankrijk'' en sprak van een ''vreselijke rechtspleging (terrible justice)''.<ref>Gustave Gautherot, Septembre 1792 - Histoire du massacre, p. 14</ref> Winock vermoedde wel een doel en een zekere mate van coördinatie.<ref>Winock, M. (1991) L’échec au roi, 1791-1792, p. 312. <!--Uitgever:Olivier Orban--></ref> Robert Lindet, een gematigd lid van de [[Comité van algemene veiligheid]], schreef in 1801 dat er geen sprake was van een volksbeweging, en dat alles vooraf beraamd was.<ref>L. Madelin (1932) De Fransche Revolutie, p. 343</ref> Ook Madame de Staël schreef dat er al voor 2 september geruchten waren gevangenen te vermoorden.<ref>[https://books.google.nl/books?id=mPANAAAAQAAJ&printsec=frontcover&dq=Staël+Robespierre&hl=de&sa=X&ved=0ahUKEwi_v7nI96jeAhXJKVAKHT7lDzAQ6AEIRTAE#v=onepage&q=Staël%20Robespierre&f=false Considerations on the Principal Events of the French Revolution, Band 2, p. 70]</ref>


{{Appendix}}
{{Appendix}}

Versie van 31 okt 2018 22:07

De septembermoorden
De gevangenis "La Force" in de Rue Saint-Antoine

De Septembermoorden vonden plaats in Parijs van 2 tot 6, c.q. 9 september 1792. Gedurende vier dagen (honderd uur) trok een groepje van ca 150-300 man van de ene naar de andere gevangenis om tegenstanders van de Franse Revolutie uit de weg te ruimen. De gevangenissen waren aan het einde van de gebeurtenissen half leeg. Er zaten 2.800 gevangenen in negen verschillende gevangenissen, waarvan 1.000 waren opgesloten sinds 10 augustus.[1] Bijna 1.200 gevangenen werden op sadische wijze afgeslacht, onder wie 30 aristocraten, 250 priesters en drie bisschoppen; 440 man zijn spoorloos verdwenen. Hun lot is niet geregistreerd.[2]

De helft van de slachtoffers op 2 september of later zouden geen contra-revolutionairen of "schurken" zijn geweest, maar gewone gedetineerden, vervalsers van assignaten, vrouwen, adolescenten, kinderen of geestelijk gestoorden, die op verzoek van de familie waren opgesloten. De andere helft van de slachtoffers waren aristocraten (16%) en geestelijken (25%); een klein deel behoorde tot de Zwitserse garde;[3] 43 waren nog geen achttien.[4] Veertig prostitués, die niets met de revolutie te maken hadden, werden mishandeld en zijn vervolgens vermoord.[5]

De moorden in Parijs waren op 6 september afgelopen, maar gingen buiten Parijs door tot de 9e september. Er vielen die dag nog ca 44 slachtoffers in de buurt van kasteel van Versailles, waaronder twee voormalige ministers en een bisschop.[6] Ook in Lyon werden op diezelfde dag elf mannen vermoord.

Context

Le massacre des Carmes door Marie-Marc-Antoine Bilcocq (1830) Musée de la Révolution française
La prison de l’Abbaye
De Pont au Change geschilderd in 1756 door Nicolas-Jean-Baptiste Raguenet

Omdat het revolutionaire Frankrijk in de Eerste Coalitieoorlog betrokken was met Oostenrijk en Pruisen, en de buitenlandse legers Parijs bedreigden, heerste een paniekstemming in de stad. De buitenlandse dreiging werd zo groot geacht dat op 11 juli 1792 de mobilisatie van de Nationale Garde werd afgekondigd: La Patrie en danger! (Het land in gevaar!).

Op 10 augustus werd de koninklijke residentie, de Tuilerieën, aangevallen door Sansculotten gestuurd door de opstandige Parijse Commune, die de vorige dag het wettige stadsbestuur had afgezet. Vanaf 11 augustus vond een groot aantal arrestaties plaats onder de royalisten en geestelijken die niet bereid waren een eed af te leggen op de Franse Grondwet van 1791? Op 13 augustus werd de koninklijke familie opgesloten in het fort Tour du Temple. Op 17 augustus werd een voorlopig Revolutionair Tribunaal opgericht door de pas benoemde minister van Justitie George Danton "om de vraag naar rechtvaarigheid onder het volk te bevredigen".[7]

Het Pruisische leger had op 20 augustus bij Rédange de grenzen overschreden: Longwy capituleerde op de 26e en Thionville werd omsingeld. Rond 27 augustus verscheen er een brochure dat er een complot was ontdekt om alle goede burgers van de hoofdstad (patriotten) te vermoorden in de nacht van 2 op 3 september.[8][9][10] Op 28 augustus begonnen op bevel van Danton de huiszoekingen bij van samenzwering verdachte burgers, d.w.z. Brissotins en priesters. Op 29 augustus werd een uitgaansverbod ingesteld dat drie dagen van kracht was. Op 30 augustus verbood de Wetgevende Vergadering de opstandige Parijse Commune; leden van de Commune zouden hun boekje te buiten zijn gegaan bij de huiszoekingen.[11] In de ogen van de Commune leek het een poging om het oude gemeentebestuur te herstellen. De Sansculotten voelden zich zeer waarschijnlijk verraden.[12] De machtsverhoudingen waren verstoord volgens Jonathan Israel; Robespierre was niet langer bereid samen te werken met de Girondijnen. Hij beschuldigde Brissot en Roland als "vijanden van het volk.[13] Roland dacht erover Parijs te verlaten.[14] Op 1 september werd besloten dat de verkiezingen tussen 2 en 19 september voor de Conventie door moesten gaan.

Op zondagochtend 2 september hielden Robespierre en Billaud-Varennes, zetelend in het stadhuis, een toespraak voor de commissarissen van de secties. Ze beschuldigden Brissot publiekelijk in de Commune van een complot met Pruisen.[15] Toen Danton binnenkwam met het nieuws over de val van Longwy en Verdun leidde tot paniek. Het gerucht ging dat de hertog van Brunswijk zich had voorgenomen in Parijs te dineren. De stadspoorten werden gesloten en de stormklokken geluid. Danton riep patriotten op zich 's middags bewapend te verzamelen op de Champ de Mars. Hij riep op tot "moed, moed en nog eens moed" om deel te nemen aan de verdediging van Parijs. Volgens Danton zou iedereen die weigerde zijn wapen af te geven of deel te nemen aan de strijd met de dood bestraft zou worden.[16] "Marat ried de vrijwilligers aan de hoofdstad niet te verlaten zonder eerst de vijanden van het volk hun gerechte straf te hebben doen ondergaan."[17] Marat beschouwde Brissot en Roland als verraders en verkondigde dat er een nieuwe aderlating zou moeten plaatsvinden; groter dan die op 10 augustus.[18][19] Voor Danton was op dat moment de buitenlandse vijand belangrijker, dan de binnenlandse vijand.

Op zondagmiddag begonnen de gruwelijkheden bij het transport van 24 weerspannige priesters van het stadhuis naar de gevangenis in de voormalige Église Saint-Germain-des-Prés; 19 man werden op straat geëxecuteerd. Billaud-Varenne kwam kijken en bedankte het volk dat zijn plicht had gedaan en beloofde een financiële tegemoetkoming.[20] Een van de omstanders schreeuwde dat ze er allemaal aan zouden gaan als het vijandelijke leger eenmaal de stad binnen was; genade was niet op zijn plaats. Maillard vond dat het volk niet geremd moest worden. (De cipier stuurde zijn vrouw en kinderen weg en de gevangenen kregen hun maal twee uur eerder dan gewoonlijk. Natuurlijk eisten ze een verklaring.[21]) Er had zich ondertussen een enorme massa mensen verzameld. Volgens Mme de Staël waren de straten vol toen ze in haar koets van de Rue du Bac naar het Hôtel de Ville werd opgebracht. Er was er geen doorkomen aan. Tussen vijf en zes uur 's middags werden 116 priesters met bijlen en pieken afgeslacht in het Karmeliter klooster, eveneens op de linkeroever. Ze waren daar in de voorafgaande week opgesloten met de boodschap dat ze naar Guyana gedeporteerd zouden worden. In de Abbaye, waar iedereen werd toegelaten, maar niemand naar buiten mocht zonder ondervraagd te zijn, gingen de bloedige werkzaamheden door. Een volksrechtbank van twaalf man onder leiding van Maillard deed haar werk aan de hand van gevangenenlijsten. De voorzitter was kort van stof; 318 personen werden naar "La Force" gestuurd, maar achter de deur meteen geëxecuteerd, waaronder Armand Marc Montmorin-Saint-Hérem. De terechtstellingen zijn tot maandagavond doorgegaan.

Tegen achten trok een groep naar de Conciergerie aan de Seine, waar nog eens honderd slachtoffers vielen. Om elf uur 's avond was een groep aanbeland bij de Châtelet aan de overkant van de rivier, waar 223 man werd vermoord. Op de daarop volgende dagen is de gevangenis "La Force" bezocht; Hébert had daar de leiding, 65 slachtoffers. Vervolgens is in de gevangenis Sainte-Pélagie (?), de Tour Saint-Bernard, en het seminarie Saint Firmin huisgehouden. In de laatste twee instellingen vielen resp. 73 en 76 slachtoffers. Op 6 september werd het gesticht Bicêtre, bestemd voor mannen en jongens, waar volgens geruchten 8.000 geweren lagen opgeslagen, bezocht. Resultaat: ca 172 doden op de binnenplaats. Het Salpêtrière, eveneens buiten de stadsmuren, bestemd voor geestelijk gestoorde vrouwen, kinderen en prostituées, was een eerder doel?

Roland schreef 3 september een circulaire aan de openbare aanklagers, om de rust in Frankrijk te herstellen.[22] Jean-Paul Marat opperde Roland van zijn post te ontheffen en Brissot te laten opsluiten, maar Danton gaf daartoe geen toestemming (hetgeen hem later, tijdens zijn proces, nog onder de neus zou worden gewreven).[23]

In de Bicêtre, La Force en de Abbaye hielden de terechtstellingen langer aan dan elders. Maria Louise van Savoye-Carignano, prinses de Lamballe, opgesloten in "La Force", had haar leven kunnen redden door een eed van haat af te leggen tegen de koning, de koningin en de monarchie, maar weigerde.[24] De hofdame van Marie Antoinette van Oostenrijk werd in een steeg vermoord? Haar hoofd is op een piek gezet en naar de Tour du Temple gevoerd, de plek waar de koninklijke familie zat opgesloten.[25]

Receptie

In de gevangenis van de abdij van Saint-Germain (huidige Boulevard Saint Germain) viel het grootste aantal slachtoffers. Er werden ca 326 mensen vermoord

Gedurende 42 dagen trad de Uitvoerende Raad, een voorlopige regering, met Danton en Roland als ministers, in een machtsvacuum op. Volgens Albert Soboul is het de periode van het Eerste Schrikbewind. Tegelijkertijd vonden ook de Verkiezingen voor de Franse Nationale Conventie 1792 plaats. (De opkomst was maar 10%.) De kiesmannen - de stemming was niet geheim - lijken te zijn geïntimideerd op 3 september; ze waren uitgenodigd naar de club der Jacobijnen te komen, terwijl de lijken van de slachtoffers in rijen opgestapeld lagen op de Pont au Change.[26] De toekomstige Conventieleden zouden volgens Gautherot wel degelijk onder de indruk zijn geweest van de realiteit van de dreigementen.[27] De Montagnards zouden (in de 48 secties) 22 van de 24 beschikbare Parijse zetels behalen.[28]

Robespierre hield zich vanaf 26 augustus bezig met de verkiezingen. Hij sprak tussen 30 augustus en 2 september iedere dag de Commune toe. Robespierre geassisteerd door Collot d'Herbois en Billaud-Varennes lieten Madame de Stael die de stad wilde ontvluchten, pas 's avonds laat gaan.[29] Op 3 september stelde Robespierre voor om royalisten, Feuillants, etc. uit te sluiten als zijnde verkiesbaar. Het voorstel is door de kiescommissie aangenomen.[30] Op 4 september zou in de club van de Jacobijnen de beslissing genomen zijn de monarchie af te schaffen. Van 4 tot 18 september liet Robespierre zich nauwelijks zien, maar getuigen meldden dat Panis, een van de leiders, iedere ochtend bij Duplay, c.q. Robespierre binnenging om bij nieuwe orders op te halen?[31] Tallien stuurde op 3 of 5 september een circulaire naar de départementen met de aanbeveling tegen contra-revolutionairen "dezelfde middelen toe te passen, zo noodzakelijk voor het algemeen welzijn".[32]

De autoriteiten wisten dat er voor 1 september werd gespeeld met de gedachte de gevangenen te vermoorden. De Assemblée Legislative, burgemeester Pétion, de Commune, Robespierre, Danton, de bierbrouwer Antoine Joseph Santerre, hoofd van de Nationale Garde en Roland, de minister van Binnenlandse Zaken) hadden het bloedbad kunnen stoppen. Ze hebben hun ogen te hebben gesloten, zagen het als noodzakelijk of wisten niet hoe ze moesten reageren op de lynchpartij. Danton vond volgens Madame Roland: "Zij moeten zichzelf maar redden."[33] De krant van Jacques Pierre Brissot was de enige die de Septembermoorden veroordeelde, maar ook de Girondijnse politici werden na hun val in juni 1793 beschuldigd niet genoeg ondernomen te hebben.

Een aantal gevangenen is tijdig vrijgelaten. Zij werden beschermd door Robespierre, Manuel of de Wetgevende Vergadering.[34] Ook Madame de Staël wist te ontkomen aan het bloedbad, beschermd door Manuel en Tallien. Ze had op 1 september nog een tweetal vrienden weten vrij te krijgen.[35]

Op 5 november 1792 hield de Conventie een "nabeschouwing"; Robert Louvet nam de leiding en beschuldigde Robespierre.[36] Die verklaarde dat Marat al die dagen maar één keer bij hem langs was geweest. Robespierre, Danton en Marat hielden vol dat de "nieuwe aderlating" een spontane volksbeweging was geweest.[37] Marat, die in de Conventie meer vijanden dan vrienden had, stelde voor een andere locatie te zoeken voor de Conventie, zodat er 4.000 toeschouwers plaatsen konden nemen op de tribunes om beter hun voorkeur duidelijk te kunnen maken.[38] Hun tegenstanders (de Girondijnen) spraken van een systematisch geplande samenzwering.[39] Er waren in totaal 75 incidenten in 32 départementen.[40]

Er is geprobeerd tenminste Danton van alle blaam te zuiveren.[41][42] Ook Jules Michelet poogde de moorden te minimaliseren, of te vergoelijken. Hij vermeldde evenwel dat bijna alle de slachtoffers kwaad berokkend hadden aan Frankrijk en sprak van een vreselijke rechtspleging (terrible justice).[43] Winock vermoedde wel een doel en een zekere mate van coördinatie.[44] Robert Lindet, een gematigd lid van de Comité van algemene veiligheid, schreef in 1801 dat er geen sprake was van een volksbeweging, en dat alles vooraf beraamd was.[45] Ook Madame de Staël schreef dat er al voor 2 september geruchten waren gevangenen te vermoorden.[46]