verarmt
- ver·armt
vervoeging van |
---|
verarmen |
verarmt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verarmen
- Jij verarmt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verarmen
- Hij verarmt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verarmen
- Verarmt!
- Het woord verarmt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.