• neu·tron
  • In de betekenis van ‘atoomdeeltje’ voor het eerst aangetroffen in 1937 [1]
  • afgeleid van neutraal met het achtervoegsel -on voor subatomaire deeltjes[2]
enkelvoud meervoud
naamwoord neutron neutronen
neutrons
verkleinwoord neutrontje
neutroontje
neutrontjes
neutroontjes

het neutrono

  1. (natuurkunde), (scheikunde) een subatomair deeltje zonder lading en met vrijwel dezelfde massa als een proton, meestal voorkomend in de kern van een atoom
96 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[3]


  • IPA: /nɛʊ̯trɔn/
  • neu·t·ron

neutron monbezield

  1. (natuurkunde) neutron; een subatomair deeltje zonder lading en met vrijwel dezelfde massa als een proton, meestal voorkomend in de kern van een atoom