Lobelia urens   is een lobelia.
  • lo·be·lia
  • eponiem in het Neolatijn afgeleid met met het achtervoegsel -ia van de familienaam van de 16e-eeuwse Vlaamse botanist M. de Lobel  , in de betekenis van ‘plantengeslacht’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1779 [1] [2] [3]
enkelvoud meervoud
naamwoord lobelia lobelia's
verkleinwoord - -

de lobeliav / m

  1. (bloemplanten) geslacht van kruidachtige planten Lobelia   uit de klokjesfamilie (Campanulaceae  )
66 % van de Nederlanders;
56 % van de Vlamingen.[4]