ISO 639-3
ben
bestand
  • Ben·gaals
  • In de betekenis van ‘vuur bepaald vuurwerk’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1847 [1]
enkelvoud bezitsvorm meervoud
naamwoord Bengaals - -
verkleinwoord - - -

het Bengaalso

  1. geen meervoud (taal) taal die in Bangladesh en West-Bengalen gesproken wordt
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen Bengaals Bengaalser Bengaalst
verbogen Bengaalse Bengaalsere Bengaalste
partitief Bengaals Bengaalsers -

Bengaals

  1. van, in, uit Bengalen
  2. van, in, uit Bangladesh