De achttien UCI World Tour-teams van dit seizoen plus het ProTeam van Israel-Premier Tech en een Australische nationale selectie startten met zeven renners per team (behalve Groupama-FDJ, dat met zes renners startte) wat het deelnemersveld op 139 bracht.
In november 2023 werd aangekondigd dat Jay Vine, de winnaar van de voorgaande editie, zijn titel zou verdedigen.[1] Anderhalve maand later werd echter bekendgemaakt dat een nieuwe deelname niet in zijn programma paste, zodat Vine zich beter kon voorbereiden op zijn doelen later in het seizoen.[2] Desondanks trok zijn team met meerdere podiumkandidaten naar de eerste World Tourwedstrijd van het seizoen: Diego Ulissi eindigde in elk van zijn zes eerdere deelnames bij de beste elf renners en Alessandro Covi won in 2022 een bergetappe in de Ronde van Italië. Daarnaast beschikte de ploeg over de talenten António Morgado, Isaac del Toro en Finn Fisher-Black.[3] De nummer twee van 2023, Simon Yates, stond wel aan de start. Aan zijn zijde startte Luke Plapp, die anderhalve week eerder voor de derde maal op rij nationaal kampioen was geworden. In de aanloop naar de race liet Plapp weten dat de ploeg "elke etappe en het eindklassement" wilde winnen.[4] Tweevoudig wereldkampioen Julian Alaphilippe maakte voor het eerst sinds 2014 zijn opwachting in de Tour Down Under.[5]Jhonatan Narváez won de Down Under Classic, een criterium dat vlak voor de Tour Down Under wordt georganiseerd, en beschikt naast klimmersbenen ook over een sterke sprint.[6] De Nederlandse Milan Vader, winnaar van de vorige meerdaagse World Tourkoers, was de kopman van Team Visma|Lease a Bike.[5]
Negenvoudig etappewinnaar Caleb Ewan werd gezien als belangrijkste kandidaat voor ritwinst in etappes die naar verwachting in een massasprint zouden eindigen.[7] Als belangrijkste concurrenten werden Phil Bauhaus, Elia Viviani en Sam Welsford genoemd.[5]
Ondanks meerdere aanvallen in de openingsfase van de etappe, werd er geen kopgroep gevormd. De aanvallen werden telkens geneutraliseerd door het peloton. Pas na de eerste tussensprint, gewonnen door Finn Fisher-Black, kregen twee renners de ruimte: de Fransman Louis Barré en de Duitser Georg Zimmermann.[8] Barré won de eerste twee bergsprints van de dag, waarmee hij zich verzekerde van de eerste leiderstrui. Na de tweede keer over Mengler Hill te zijn gekomen, lieten de twee koplopers zich uitzakken tot in het peloton. In de laatste beklimming van Mengler Hill, waar ditmaal Luke Burns won, bleef het peloton bijeen, waardoor het zich kon opmaken voor een massasprint in Tanunda.[9] In de sprint rondde Sam Welsford het voorbereidende werk van onder meer Ben Zwiehoff en Danny van Poppel af, waardoor hij de eerste leider van de Tour Down Under werd.
Luke Plapp, vooraf gezien als een van de favorieten voor de eindzege, ging niet meer van start na zijn val van de dag ervoor.[10] Ook Cameron Scott stapte niet meer op de fiets in Murray Bridge. Vroeg in de etappe trok Pieter Serry, samen met Jackson Medway, ten aanval. Even later sloot Vinícius Rangel zich bij het duo aan, waarna Serry zich weer liet uitzakken tot het peloton. Medway en Rangel trokken samen door, en verdeelde onderling de punten bij de twee tussensprints. De strijd om het laatste punt (en de overgebleven bonificatieseconde) bij beide tussensprints werd gewonnen door achtereenvolgens Kelland O'Brien en Campbell Stewart, beide in dienst van Team Jayco AlUla. De enige bergsprint van de dag, op Gemmell Hill, werd niet betwist: Rangel mocht als eerste bovenkomen, voor Medway. De leider in het bergklassement, Luke Burns, raapte de overgebleven twee punten op. Het vluchtersduo werd op zo'n twaalf kilometer van de finish ingerekend door het peloton, waarna de sprintersploegen konden beginnen aan de voorbereiding van hun sprint. Sam Welsford kon, in tegenstelling tot in zijn eerder gewonnen etappes, het achterwiel van zijn lead-out Danny van Poppel niet vinden. Desondanks schreef hij, op zijn verjaardag, zijn derde overwinning in vier dagen tijd bij op zijn palmares.[11]Biniam Girmay en Lars Boven sprintten naar de dichtste ereplaatsen. Isaac del Toro behield zijn leiderstrui, hoewel Girmay door middel van bonificatieseconden wel dichterbij kwam. Medway werd uitgeroepen tot meest strijdlustige renner.[12]
Na meerdere aanvalspogingen in de openingsfase van de etappe, reden uiteindelijk vier renners weg van het peloton: Samuele Battistella, Casper Pedersen, Johan Jacobs en Oceanisch kampioen Liam Walsh. De vier kregen in het eerste deel een voorsprong van maximaal drieënhalve minuut, alvorens het peloton onder leiding van onder meer UAE Team Emirates (in dienst van klassementsleider Isaac del Toro) en Team Jayco AlUla (in dienst van dagfavoriet[13]Simon Yates) de snelheid opvoerde. Nog voor de eerste beklimming van Willunga Hill, die twee keer beklommen moest worden, bleef vooraan enkel Pedersen over. Hij werd vlak voor de top van de klim ingerekend door het peloton onder aanvoering van Damien Howson, met in zijn wiel de leider in het bergklassement Luke Burns. Burns kwam als eerste over de top en verstevigde daarmee de leiding in het bergklassement.
Op de slotklim liet Yates een gat vallen, zodat zijn ploeggenoot Chris Harper weg kon rijden van het peloton. De Schot Oscar Onley sprong naar Harper toe, waarna de twee onder leiding Laurens De Plus weer werden bijgehaald door het inmiddels uitgedunde peloton. Op minder dan een kilometer van de finish plaatste Simon Yates een aanval, maar hij reed niet weg van zijn concurrenten. Na een speldenprik van Julian Alaphilippe was het Onley die de sprint won, voor Stephen Williams en Jhonatan Narváez. Voor Onley was het zijn eerste profzege. Klassementsleider Del Toro kwam zes seconden later over de finish. In het nieuwe klassement stonden Onley en Williams beidende in dezelfde tijd, maar Williams nam de leiderstrui over omdat de som van al zijn etappe-uitslagen kleiner was dan die van Onley.[14]
Direct na het startsignaal van koersdirecteur Stuart O'Grady plaatste Amerikaans kampioen Quinn Simmons een aanval. Weg van het peloton kwam hij echter niet. De eerste kilometers van de koers waren bergop, richting de bergsprint bij Windy Point. Na meerdere aanvallen kwam Chris Harper als eerste over de top, gevolgd door de leider in het bergklassement, Luke Burns. Hiermee stelde Burns, mits hij de finish zou halen, zijn eindzege veilig. Na enkele nieuwe aanvallen kregen zeven renners de ruimte van het peloton: Stefan de Bod, Simon Geschke, Gil Gelders, Jacopo Mosca, António Morgado, Maurice Ballerstedt en Franck Bonnamour. De Bod was de best geklasseerde renner in de kopgroep en reed lange tijd virtueel aan de leiding van het klassement. Bij de eerste tussensprint, in Mylor, had de kopgroep een voorsprong van drieënhalve minuut op het peloton. Bij de eerste beklimming van Mount Lofty bleef het zowel in de kopgroep als in het peloton rustig. In de tweede beklimming van Mount Lofty plaatste Morgado een aanval in de kopgroep. Gelders pareerde en kwam als eerste over de top. Het peloton volgde inmiddels op minder dan een minuut.
Onder aanvoering van vooral INEOS Grenadiers werd de kopgroep teruggepakt, waarna Chris Harper, in dienst van Simon Yates, het tempo opvoerde. Isaac del Toro plaatste een aanval, waarna vooraan slechts vijf renners overbleven. Laurence Pithie probeerde nog voor de eindsprint weg te springen, maar kreeg te weinig ruimte. In de sprint klopte klassementsleider Stephen Williams zijn tegenstanders, waardoor hij ook het eindklassement op zijn naam schreef.
↑De blauwe trui werd in de tweede etappe gedragen door Phil Bauhaus, tweede in het puntenklassement na klassementsleider Sam Welsford.
↑De witte trui werd in de derde, vierde en vijfde etappe gedragen door Laurence Pithie, tweede in het jongerenklassement na klassementsleider Isaac del Toro.
Tijdens de Tour Down Under konden punten worden verdiend voor de UCI World Ranking. Punten werden toegekend aan de eerste zestig renners in het eindklassement en de eerste tien renners per etappe. Daarnaast kreeg de leider in het klassement tien extra punten per dag.
Puntenverdeling
Positie
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16‑20
21‑30
31‑50
51‑55
56‑60
Eindklassement
500
400
325
325
275
175
150
125
100
85
70
60
50
40
35
30
20
10
5
3
Per etappe
60
40
30
25
20
15
10
8
5
2
Leiderstrui
10
Eindwinnaar Stephen Williams verzamelde de meeste UCI-punten. Drievoudig etappewinnaar Sam Welsford werd zevende in deze ranglijst. Williams' team Israel-Premier Tech was de ploeg met de meeste punten.
Tijdens de Tour Down Under was in totaal € 110.000,- aan prijzengeld te verdienen, waarvan €12.000 in de Down Under Classic werd verdeeld. Eindwinnaar Stephen Williams verdiende het meeste prijzengeld: hij fietste een prijzenpot van € 19.100,- bij elkaar.[15]
Drie dagen voor de start van de Tour Down Under werd de zeventiende editie van de Down Under Classic verreden. Dit criterium werd sinds 2006 kort voor de start van de Tour Down Under georganiseerd, met hetzelfde startveld als het hoofdevenement. Deze editie werd verreden op een parcours van 1,35 kilometer lang, in de straten van Adelaide.[16] De wedstrijd duurde ongeveer een uur. Het aantal te rijden rondes hing af van de snelheid waarmee de renners over het parcours reden. Uiteindelijk was de wedstrijd veertig rondes (54 kilometer).[17] Na tien, twintig, dertig en veertig minuten was er extra prijzengeld te winnen aan de aankomstlijn, naast het prijzengeld dat aan de finish werd verdeeld. Deze premies werden gewonnen door Isaac del Toro (tweemaal), Declan Trezise en Guillaume Boivin. De race werd gewonnen door Jhonatan Narváez, die halverwege de wedstrijd ten aanval trok en de sprint won van de kopgroep. Het peloton, met daarin de topsprinters en favorieten voor de zege, kwam net te laat.[18]
Op dezelfde dag als de vijfde etappe, die op dezelfde plek finishte, werd een klimtijdrit georganiseerd. De tijdrit, gesponsord door Garmin, startte in Willunga en eindigde 3,3 kilometer later bovenop Willunga Hill. De man en vrouw die het parcours het snelste aflegden, wonnen beiden $ 1.000,-.[19]Richie Porte, die in de Tour Down Under zesmaal won op Willunga Hill, zette de beste tijd neer. Sarah Gigante, die zes dagen eerder de etappe naar Willunga Hill in de Tour Down Under voor vrouwen had gewonnen, was de snelste vrouw.[20]
De Santos Women's Tour Down Under was aan zijn elfde editie toe, waarvan de zevende keer als meerdaagse wedstrijd. Deze editie werd verreden van 12 tot 14 januari. Twee dagen na de slotetappe ging de Tour Down Under voor mannen van start. De Australische Sarah Gigante volgde haar langgenote Grace Brown op. De Nederlandse Nienke Vinke won het jongerenklassement.
↑Howson nam met de Australische nationale selectie deel aan de wedstrijd, maar staat onder contract bij Q36.5 Pro Cycling Team. De punten die hij in deze race verzamelde tellen voor zijn contractteam.
↑Enkel de punten van de beste twintig renners per ploeg worden meegerekend in het UCI-ploegenklassement. Daardoor is het mogelijk dat niet alle hier behaalde punten aan het eind van het seizoen niet worden meegenomen in de rangschikking.
↑Enkel de punten van de beste acht renners per land worden meegerekend in het UCI-landenklassement. Daardoor is het mogelijk dat niet alle hier behaalde punten aan het eind van het seizoen niet worden meegenomen in de rangschikking.