Ilos
Ilos (Oudgrieks: Ἶλος, Latijn: Ilus) is de naam van meerdere mythologische personen uit de geschiedenis van Troje.
Homerus noemt in de Ilias de tombe van de zoon van Dardanus, Ilos, meerdere malen. Latere bronnen verklaren dat hij als erfgenaam van Dardanus kinderloos was gestorven en het koningschap daardoor was overgegaan op zijn broer Erichthonius.[bron?]
Ilos, zoon van Tros, is in de Griekse mythologie de stichter van de stad Ilion (Latijn: Ilium), welke zijn naam draagt. Toen dit later de belangrijkste stad werd van het Trojaanse rijk, werd een andere veelvoorkomende naam voor deze stad Troje, de naam die in de hedendaagse literatuur het meest voorkomt.
Ilos was de zoon en erfgenaam van Tros van Dardania en de broer van Assarakos en Ganymedes. Over de stichting van de stad Ilion wordt verteld dat Ilos een worstelwedstrijd won bij de spelen die georganiseerd werden door de koning van Frygië en dat hij, naast een geldelijke beloning, van deze koning, op aanraden van een orakel, een koe kreeg en de opdracht een stad te stichten waar de koe op de grond zou gaan liggen.
Ilos vroeg de oppergod Zeus om een teken en zag het Palladium uit de hemel vallen en voor zijn tent neerkomen. Hij werd daarbij verblind door de aanblik van het beeld. Later heeft hij zijn zicht teruggekregen na het maken van offers aan de godin Athena.
Ilos bleef na de dood van zijn vader in Ilion, waardoor het koningschap van zijn vaders rijk Dardania overging op Ilos' broer Assarakos. Hierdoor werd het Trojaanse rijk in tweeën gesplitst.
Ilos was de vader van Laomedon, die hem uiteindelijk opvolgde. Zijn vrouw was ofwel Eurydice (de dochter van Adrastus) of Leucippe. Ilos had onder anderen ook nog twee dochters, Themis (of Themiste) en Telecleia, die trouwden met Capys en Cisseus.
Een andere Ilos uit de Grieks mythologie was Ilos, de zoon van Mermerus, kleinkind van Jason en Medea. Deze Ilos leefde in Ephyra, gelegen tussen Elis en Olympia. In een verhaal uit de Odyssee is Ilos gastheer van Odysseus. Wanneer Odysseus Ilos om gif voor zijn pijlen vraag, weigert hij uit angst voor goddelijke wraak.[bron?]