Roofdieren

taxon
(Doorverwezen vanaf Carnivora)

Roofdieren (Carnivora)[a] vormen een orde van zoogdieren die zich voornamelijk voeden met vlees en ander dierlijk materiaal. Er zijn ruim 300 soorten beschreven, waardoor het de op vier na grootste orde van zoogdieren is. Roofdieren komen wereldwijd voor, variërend van de koude poolgebieden tot de meest droge streken van de Sahara tot zelfs de open zee. Veel roofdieren vertonen complex gedrag.[2]

Roofdieren
Fossiel voorkomen: Midden-Eoceen[1]heden
Verschillende roofdieren, met Feliformia links en Caniformia rechts
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Mammalia (Zoogdieren)
Superorde:Laurasiatheria
Orde
Carnivora
Bowkins, 1821
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Roofdieren op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Zoogdieren

Carnivora bemachtigen vlees door actieve jacht, door diefstal van andere roofdieren of in de vorm van aas. Veel roofdieren hebben een sterk ontwikkeld gebit en gespecialiseerde schedel.[2] Ook plantaardige materialen en andere voedselbronnen, zoals zwammen of insecten, kunnen een deel van het voedingspatroon uitmaken. Katachtigen hebben zich het meest aangepast aan een vleesetend voedingspatroon, terwijl beerachtigen meestal alleseters zijn. Twee berensoorten eten daarentegen nauwelijks vlees: De reuzenpanda heeft zich voornamelijk toegerust op het eten van alleen bamboe en ook de rolstaartbeer is voornamelijk een vegetariër.

In moderne indelingen worden roofdieren onderverdeeld in twee groepen, de Caniformia (met onder andere de honden, beren, marters en zeeroofdieren) en Feliformia (met onder andere de katten, hyena's en mangoesten). Ook zeehonden, zeeleeuwen en de walrus zijn roofdieren, die zich aan een leven in de zee hebben aangepast. In oudere beschrijvingen zijn deze roofdieren in een aparte onderorde of zelfs orde geplaatst: de Pinnipedia of zeeroofdieren. Alle andere roofdieren werden dan geplaatst in de onderorde Fissipedia of landroofdieren. In een andere onderverdeling worden de roofdieren in twee groepen verdeeld.

De roofdieren stammen af van een groep zoogdieren die verwant zijn aan de tegenwoordige schubdieren. Deze voorouders verschenen 6 miljoen jaar na de Krijt-Paleogeengrens in Noord-Amerika.[3] Bij de intrede van het Mioceen hadden de meeste, zo niet alle grote families van roofdieren zich gediversifieerd en vele ecologische niches ingenomen.[1]

Families

bewerken
Fylogenetische stamboom van de roofdieren volgens Nyakatura & Bininda-Emonds (2012)[4]
Carnivora 
 Caniformia

 Hondachtigen (Canidae)




 Beren (Ursidae)



 Robben (Pinnipedia) 

 Zeehonden (Phocidae)




 Walrussen (Odobenidae)



 Oorrobben (Otariidae)




 Marterachtigen (Musteloidea)

 Stinkdieren (Mephitidae)





 Kleine beren (Procyonidae)



 Marters (Mustelidae)




 Kleine panda (Ailuridae)







 Katachtigen (Feloidea) 

 Pardelroller (Nandiniidae)




 Civetkatachtigen (Viverridae)




 Hyena's (Hyaenidae)




 Madagaskarcivetkatten (Eupleridae)



 Mangoesten (Herpestidae)






 Aziatische linsangs (Prionodontidae)[b]



 Katten (Felidae)




Afbeeldingen

bewerken

Roofdieren vertonen een zeer grote vormenrijkdom. De soorten verschillen in grootte van de 35 gram zware wezel (Mustela nivalis) tot de zuidelijke zeeolifant (Mirounga leonina), die wel 5 ton zwaar kan worden. Hieronder een overzicht van diverse soorten roofdieren.

Zie ook

bewerken
Zie de categorie Carnivora van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.